b) Batterijen opladen
U moet het juiste batterijtype handmatig instellen om
batterijen van het type LiFePO4 op te laden.
De beveiliging tegen overbelasting voor batterijen van
het type LiFePO4 werkt alleen nadat het juiste batterij-
type is ingesteld.
Ni-MH/NiCd- en Li-ionbatterijen
1
Het product zal automatisch de correcte oplaadinstellingen bepa-
len voor de volgende batterijtypes: Ni-MH/NiCd, Li-ion.
1. Steek een Ni-MH/NiCd- of Li-ionbatterij in een beschikbare
houder.
2. Verwijder de batterij wanneer deze volledig is opgeladen.
LiFePO4-batterijen
2
U dient de oplaadinstellingen handmatig in te stellen voor het
batterijtype: LiFePO4.
1. Steek een LiFePO4-batterij in een beschikbare houder. Li-
-ion zal op de display knipperen.
2. Houd de Modusknop ingedrukt om het batterijtype te selecte-
ren. LiFePO4 dient op de display te verschijnen.
3. Herhaal de bovengenoemde stappen als u meerdere LiFe-
PO4-batterijen plaatst.
4. Verwijder de batterij wanneer deze volledig is opgeladen.
- De batterijhouder zal terugkeren naar de standaard instel-
lingen nadat de batterij is verwijderd.
- De LCD-display zal het volgende weergeven wanneer een
batterij volledig is opgeladen: 100%, 0.00 A, Full.
17