Voor apparaten die zijn gekalibreerd
onder stijgende druk, geldt het
volgende.
Als de maximumwaarde van het
instelbereik is ingesteld als schakelpunt,
ligt het resetpunt met de waarde van de
gemiddelde schakelhysterese lager.
(Bijv. DWR6: instelbereik 0,5 – 6 bar,
schakelpunt 6 bar, resetpunt 5,8 bar.)
Als de minimumwaarde van het
instelbereik wordt gebruikt, is de laagste
instelwaarde ook het resetpunt.
Het schakelpunt moet ten minste de
waarde van de gemiddelde
schakelhysterese hoger zijn. (Bijv.
DWR6: 0,5 – 6 bar, schakelpunt 0,7 bar,
resetpunt 0,5 bar.)
NL2B-0264GE51 R0616E
1. Druksensoren/drukbegrenzers – basisapparatuur
Voor apparaten die zijn gekalibreerd
onder dalende druk, geldt het
volgende.
Als de minimumwaarde van het
instelbereik wordt gebruikt, is de laagste
instelwaarde ook het schakelpunt. Het
resetpunt moet de waarde van de
gemiddelde schakelhysterese hoger zijn.
(Bijv. DWR6-206: 0,5 – 6 bar,
schakelpunt 0,5 bar, resetpunt 0,8 bar.)
Als de maximumwaarde van het
instelbereik wordt gebruikt, is de hoogste
waarde van het instelbereik ook het
resetpunt.
Het resetpunt moet de waarde van de
gemiddelde schakelhysterese hoger zijn.
(Bijv. DWR6-206: instelbereik 0,5 – 6 bar,
resetpunt 6 bar, schakelpunt 5,7 bar).
46