Korte handleiding Tri Auto ZX2
Vóór gebruik en onderhoud
Vóór gebruik
Montage
Stap 1
onderdelen
Hoekstuk koppelen
Functiecontrole
Stap 1
Kanaalmeetfunctie
Zet het instrument aan. Op het LCD-display wordt het venster
"m1" weergegeven. Raak de contra-elektrode (haak) aan met de
vijl en de klem aan het uiteinde van de vijlhouder en zorg ervoor
dat alle indicatiebalkjes op de meter in de LCD-display oplichten.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het instrument en laat het repa-
reren door een professional indien de indicatielampjes niet oplichten.
Het instrument aan-/uitzetten
Aan
Uit
2
1
Ingedrukt houden
Handelsmerken (™) en gedeponeerde handelsmerken (®): De namen van de bedrijven, diensten etc. die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, zijn ofwel handelsmerken ofwel gedeponeerde handelsmerken.
* Zorg dat u de bijgevoegde gebruiksaanwijzing leest voordat u de Tri Auto ZX2 gebruikt.
* Draag altijd beschermende handschoenen wanneer u onderhoud uitvoert.
Stap 2
Het beschermend handstuk-
hoesje erom doen
Kalibratie
(vóór het eerste gebruik na aankoop, na het vervangen van het hoek-
stuk, indien de OTR-actie per ongeluk of willekeurig is getriggerd, enzovoorts)
Sluit het hoekstuk aan. Houd terwijl het
instrument is uitgeschakeld de
linker instelknop (<) ingedrukt en
druk vervolgens op de hoofdknop.
Druk op de rechter instelknop (>) om de
kalibratie te starten. Na de kalibratie keert
het instrument automatisch terug naar de
stand-byweergave.
Stap 3
Het sondesnoer
aansluiten
Zorg dat u de contra-elek-
trode (haak) aansluit op de
witte sonde-aansluiting.
Stap 2
Motorrotatie
Selecteer "m4" (OTR-modus).
Laat de motor draaien om te kijken of deze vlek-
keloos roteert.
• Indien de motor wisselt tussen voorwaartse en
achterwaartse rotatie: Kalibreer het instrument.
• Indien het instrument abnormaal vibreert of
een raar geluid maakt: Stop onmiddellijk met het
gebruik van het instrument en laat het repareren
door een professional.
2
1
Ingedrukt houden
Stap 4
De vijl plaatsen
2
1
Controleren met tester (eenmaal per week)
Zet het instrument aan. Sluit de tester
aan. Controleer de meterwaarde.
• Als de meter binnen twee balkjes
vanaf balkje 1 oplicht: Normaal
• Als de meter drie balkjes hoger
of lager oplicht dan balkje nummer 1: Stop
onmiddellijk met het gebruik van het instrument
en laat het repareren door een professional.
3