Normaal kopiëren
Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie "Menu
Kopiëren" op pagina 203) voor speciale afdrukfuncties.
15
Normaal kopiëren
Wanneer uw apparaat de knoppen +/- op het bedieningspaneel heeft
(zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 24):
a Plaats een origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte
zijde naar onder.
b U kunt de kopieerinstellingen, zoals helderheid, type origineel, etc.,
aanpassen met Apparaatinstellingen in het programma Samsung
Easy Printer Manager of de sectie Machine in Hulpprogramma
printerinstellingen.
• Zie "Apparaatinstellingen" op pagina 296 als u Windows of
Macintosh gebruikt.
• Zie "Smart Panel gebruiken" op pagina 300 als u Linux gebruikt.
c Geef zo nodig het aantal kopieën op met behulp van knoppen +/-.
d Druk op
(Start).
1
Selecteer
(kopiëren) op het bedieningspaneel.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
Om de kopieerinstellingen, zoals onder meer Verkl./vergr.,
3
Tonersterkte, Contrast, Oorspr. type, aan te passen via de
knoppen op het bedieningspaneel (zie "De instellingen per kopie
wijzigen" op pagina 60).
4
Voer indien nodig het aantal kopieën in met behulp van de pijl of het
numeriek toetsenblok.
5
Druk op
(Start).
Als u de kopieertaak moet annuleren terwijl deze wordt uitgevoerd,
drukt u op
(Stop/Clear). De kopieertaak wordt dan gestopt.
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
59