7. Reiniging en onderhoud
LET OP
• Haal voor elke reiniging de batterijen uit het apparaat.
• Reinig het hoorapparaat en de oordoppen na elk gebruik met een scho-
ne, droge doek. Bij ernstige verontreiniging kunt u de doek licht met
zeepsop bevochtigen. Gebruik nooit schurende, bijtende of oplosmid-
delhoudende reinigingsmiddelen.
• Laat het hoorapparaat na de reiniging volledig drogen. Bewaar het hoor-
apparaat op een veilige, droge en schone plek.
• Dompel het hoorapparaat nooit onder in water, omdat anders vocht kan
binnendringen en het hoorapparaat beschadigd raakt.
• Als u het hoorapparaat langere tijd niet gebruikt, haalt u de batterij uit het
apparaat om te voorkomen dat de batterij gaat lekken.
12