•
Volg de pijlen op het display, om de optimale signaalsterkte te vinden.
•
Hoe dichter u bij de transmitter komt, hoe korter de afstanden tussen de pieptonen worden.
•
Wanneer u de signaalpiek bereikt heeft, draait u de ontvanger tegen de klok in, tot het
symbool voor de dieptemeting verschijnt. Druk daarna op de toets voor de dieptemeting, om
het meetresultaat te bekijken.
3.1 Snel-kalibratie
•
Plaats de antenne van de ontvanger op een afstand van ca. 100 cm van de transmitter.
•
Controleer de signaalsterkte.
•
Wanneer deze minder dan 60% is, drukt u op de Resettoets. Herhaal deze stap, tot de
signaalsterkte voldoende is.
GEBRUIKSAANWIJZING
Ontvanger PCE-VE-LOC
8