11 Datum
12 Tijd
13 Meetmodus („Oor", „Voorhoofd", „Object")
14 Symbool „Batterijwaarschuwing"
15 Weergave meetresultaat
16 Symbool „Geheugen" en geheugenplaatsnummer
17 Symbool „Meting loopt"
18 Eenheid van het meetresultaat (°C of °F)
4. Ingebruikneming
Bij aankoop van het instrument zijn de batterijen al geplaatst. Trek vóór het eerste gebruik de uitstekende batterijbe-
schermingsstrook uit het batterijvak. De thermometer wordt vervolgens automatisch ingeschakeld.
5. Instelling
Temperatuureenheid, datum en tijd instellen.
1-1
8
8 8
00:00
Bij het eerste gebruik van de thermometer en na het vervangen van de batterijen worden (na de zelftest) de datum en de
tijd in de basisinstelling weergegeven (
dient u een aantal stappen te volgen: eenheid –jaar – maand – dag – uren – minuten.
• Houd de toets
gedurende ca. 3 seconden ingedrukt om de Set-modus te activeren.
Het te wijzigen onderdeel knippert.
• Druk op de toets
• druk op de toets
6
Druk gedurende 1 seconde op de toets
instrument doorloopt een korte zelftest. Alle segmenten op de display worden ca.
1 seconde weergegeven. Na de succesvol afgeronde zelftest klinken twee korte
8
pieptonen. In de standbymodus zijn de datum en tijd zichtbaar en verschijnt „
de display.
). Stel nu de temperatuureenheid, de datum en de tijd in. Bij het instellen
om de ingestelde waarde op te slaan, of
om de instelling te wijzigen.
5-15
11
3
7:20
12
13
14
om de thermometer in te schakelen. Het
8 6
8
15
16
" op
18
17