10
nl | Werking
2
Werking
2.1
Alarmtaken
2.1.1
Alarmen stoppen
Als het systeem een alarm genereert, drukt u op het aanraakscherm en voert u uw pincode in
(Afbeelding 1.3, Pagina 7). Als het systeem uw pincode accepteert, wordt op de
bedieneenheid het scherm Extern inbraakalarm weergegeven (Afbeelding 2.1, Pagina 10).
Afbeelding 2.1 Het scherm Extern inbraakalarm
Om de alarmen te stoppen, drukt u op Stilte. Als het systeem meerdere alarmen heeft
geregistreerd, worden op het alarmscherm het eerste en laatste alarm weergegeven. Druk op
Meer weergeven om gebeurtenissen in het gebeurtenisgeheugen te zien. Zie
Paragraaf 2.1.3 Gebeurtenisgeheugen weergeven, Pagina 10 voor meer informatie over het
gebeurtenisgeheugen.
2.1.2
Alarmen wissen
Nadat een alarm is gestopt, moet de gebruiker het alarm wissen. Druk in het alarmscherm
(Afbeelding 2.1, Pagina 10) op Meer weergeven om het scherm Geef gebeurtenisgeheugen
weer (Afbeelding 2.2, Pagina 11) te openen. Om het alarm te wissen, drukt u op Wis
gebeurtenissen.
2.1.3
Gebeurtenisgeheugen weergeven
Als de informatieknop in het hoofdmenu (Afbeelding 1.5, Pagina 8) rood of geel knippert,
drukt u op de informatieknop om het scherm Geef gebeurtenisgeheugen weer
(Afbeelding 2.2, Pagina 11) te openen. Zie Paragraaf 2.10 Gebeurtenisgeheugen, Pagina 58 voor
meer opties voor het gebeurtenisgeheugen.
F.01U.168.329 | 03 | 2011.05
Gebruikershandleiding
MAP-bedieneenheid
Bosch Security Systems, Inc.