18.2.1 Selecteren en instellen van het bediener-gedefinieerde programma (boven-/ondergrenzen)
1. Bediener-gedefinieerde programma's zijn niet gemarkeerd met een
•
Druk op
•
Druk op
•
Druk op de
•
Ga met de cursor naar het instellingen vak van de bovengrens. Met
de waarde instellen.
•
Ga met de cursor naar het instellingen vak van de ondergrens. Met
de waarde instellen.
•
Druk driemaal op
testscherm.
2. U kunt er ook voor kiezen naar het instellingenscherm te gaan, door
vervolgens op
•
Druk op
•
Druk op de
•
Ga met de cursor naar het instellingen vak van de bovengrens. Met
de waarde instellen.
•
Ga met de cursor naar het instellingen vak van de ondergrens. Met
de waarde instellen.
•
Druk driemaal op
testscherm.
Aanwijzing:
De detector beschikt over 1999 programma's zonder
standaard en kan niet aangepast worden). Indien een programma door de bediener met de pc
software gemodificeerd is, wordt het desbetreffende programma met 1 verhoogd en vervangt deze
het originele programma met hetzelfde nummer in de detector. De informatie over de boven- en
ondergrenzen van het programma kan met de pc software naar de wensen van de bediener ingesteld
worden.
Een programma, welke met de pc software gemodificeerd is en met een
aangepast worden met de detector. Meer details vindt u in de specificaties van de software.
GEBRUIKSAANWIJZING Lumitester PCE-ATP 1
om toegang te krijgen tot de programma-instelling.
en
, om een programma te selecteren.
toets, om uw keuze te bevestigen.
om de instellen op te slaan en terug te keren naar het
om toegang te krijgen tot de programma-instellingen.
en
, om een programma te selecteren.
toets, om uw keuze te bevestigen.
om de instellen op te slaan en terug te keren naar het
, welke genummerd zijn van 1 ... 1999 (0 is
26
.
en
kunt u
en
kunt u
te selecteren. Druk
en
kunt u
en
kunt u
gemarkeerd is, kan niet