Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn vier types bediening die u kunt uitvoeren
tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de
klaviertoetsen: Type A, Type B, Type C en Type D.
Type A: Direct invoeren
Voorbeeld:
Aanslaan van de STRINGS klaviertoets om de
STRINGS 1 toon te selecteren
Type B: Verhogen of verlagen van een instelling
d.m.v. de + en – of
• Door op een toets te drukken wordt de instelling
versneld verhoogd of verlaagd.
• Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te gaan
naar de oorspronkelijke instelling.
Type C: Invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)
Voorbeeld:
Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om "120" in te
voeren.
Type D: Tussen twee instellingen heen en weer
schakelen of door instellingen gaan door
indrukken van een klaviertoets
• Wanneer u een klaviertoets indrukt, geeft de
Digitale Piano een piepgeluid af om u te laten weten
welke instelling ingesteld is.
• Een lange pieptoon geeft aan dat de van toepassing
zijnde instelling uitgeschakeld is.
Voorbeeld:
Door terwijl chorus (zweving) uitgeschakeld is
tweemaal op de CHORUS klaviertoets te
drukken geeft de Digitale Piano tweemaal een
pieptoon, hetgeen aangeeft dat de Medium
Chorus (medium zweving) instelling
geselecteerd is.
OPMERKING
• U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij
elke instelling door het "Bedieningstype" in de
"Parameterlijst" op pagina's NL-29 - NL-32 te
controleren.
en
klaviertoetsen
Configureren van instellingen met het toetsenbord
NL-27