[ Ingangen in Zone 214]
Mode
Lus
Aan
1
Uit
1
Aan
1
Aan
1
Zodra er systeemdelen —detectiezones, melders, ingangen, uitgangen—
uitgeschakeld zijn zal de led indicator
pagina 14) op de Penta Gebruikersinterface oplichten. In de normaal bedrijf
toestand wordt in het display de uitschakeling weergegeven.
Meer informatie over het inschakelen van systeemdelen vind u in paragraaf
Inschakelen op pagina 51.
Uitgangen
De gebruiker kan één of meerdere uitgangen van het Penta Systeem uitschakelen.
In geval van een melding —brand, voormelding, melderstoring, etc. zal het Penta
Systeem uitgeschakelde sturing(en) niet activeren. Het kan nodig zijn om één of
meerdere sturingen uit te schakelen om activering van sturingen te voorkomen
tijdens testen, controle, onderhoud, en werkzaamheden aan het systeem.
Indien in het submenu
zal het paswoord voor toegangsniveau 2 opnieuw moeten worden ingevoerd
(Standaard is dit paswoord 10000.).
[UITSCHAKELEN] NODE 1
Geef Uw Paswoord in A.U.B.
Er wordt een keuzelijst weergegeven met de volgende opties:
•
•
•
•
•
[Toegangsniveau 2 Menu]
ALLE SIGNAALG. UITGANGEN
WEERGAVE
UITSCHAKELEN
ALLE OVERIGE UITGANGEN
KIES UITGANGEN
TEST
PRINTEN
DOORMELDING BRAND
Het uitschakelen van één of meerdere uitgangen, dient volgens de NEN2654 norm,
in het logboek vermeld te worden.
1
Alleen van toepassing op installaties die aan de Nederlandse normen en richtlijnen dienen te voldoen. De
NEN2654 is een uitgave van het Nederlands Normalisatie Instituut
Gebruikershandleiding Penta Brandmeldsysteem
Meer>
Adr
Element Tekst
001.0 Kantoor Administratie
002.0 Gang Achteraan
003.0 Gang Vooraan
004.0 Receptie
UITSCHAKELEN
)
Na het invoeren van het juiste paswoord zal een
keuzelijst worden weergeven.
ALLE SIGNAALG. UITGANGEN
betreffende centrale uitschakelen.
ALLE OVERIGE UITGANGEN
uitgangen van de betreffende centrale uitschakelen.
de gebruiker kan zelf de uitgangen selecteren welke
KIES UITGANGEN;
uitgeschakeld worden.
DOORMELDING
BRAND
brandmeldingen van de betreffende centrale uitschakelen.
DOORMELDING STORING
storingsmeldingen van de betreffende centrale uitschakelen.
NODE 1
INSCHAKELEN
INBEDR.STELLEN
In het display zal de mode
betreffende ingang/melder worden aangegeven.
Selecteer de volgende ingang/melder of keer
terug naar de lijst met detectiezones met de
toets
(4
op pagina 15).
SYSTEEMDEEL UITGESCHAKELD
de optie
UITGANG
—paswoord—
(BEVESTIGEN)
; alle signaalgevers uitgangen van de
; alle uitgangen behalve de signaalgevers
,
de
uitgang
voor
, de uitgang voor de doormelding van
Selecteer met de
optie.
Druk
(BEVESTIGEN)
te bevestigen.
1
BGB018.01
6 Menu Opties
voor de
UIT
ESC
(7
geselecteerd wordt,
de
doormelding
toetsen kan de gewenste
om de geselecteerde optie
47
op
van