3 Bediening van het Penta Systeem
Led Indicatoren
De Penta gebruikersinterface bezit een aantal led indicatoren. Deze led indicatoren
tonen de gebruiker de status van het brandmeldsysteem en of speciale functies van
het brandmeldsysteem geactiveerd zijn. Behalve middels led indicatoren zal de
Penta gebruikersinterface deze informatie ook weergeven op het grafisch display.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1.
Grafisch Display
Meer informatie over het de display indeling op
pagina 16.
2.
SIGNAALGEVERS AFGESTELD
Gele LED AAN geeft weer dat de signaalgevers —
sirenes— afgesteld zijn.
3.
SIGNAALGEVERS STORING
Gele LED aan, geeft weer dat één of meerdere
signaalgeverlijnen een storing —kortsluiting,
onderbreking in de bekabeling—, hebben.
4.
BRAND
Rode LED's aan, geeft weer dat het
brandmeldsysteem in Brandalarm Status is.
5.
STORING
De gele LED aan geeft weer dat het
brandmeldsysteem in Storing Status is.
6.
SIGNAALGEVERS UITGESCHAKELD
Gele LED AAN geeft weer dat de signaalgevers —
sirenes— uitgeschakeld —overbrugt— afgesteld zijn.
7.
SYSTEEMDEEL UITGESCHAKELD
Gele LED AAN, geeft weer dat er een systeemdeel,
— ingang, melder, uitgang — uitgeschakeld is.
8.
TEST
Gele LED AAN geeft weer dat het systeem in Test
Status staat.
14
Figuur 5, Led indicatoren op de gebruikersinterface
Gebruikershandleiding Penta Brandmeldsysteem
12
13
14
15
16
9.
IN BEDRIJF
Groene LED AAN geeft weer dat er voeding spanning
—accubatterij en of netspanning— aanwezig is.
10.
SYSTEEM STORING
De gele LED aan geeft weer dat er een systeem storing
is — veroorzaakt door een programma fout of een lage
5 Volt spanning.
11.
VERTRAGING AAN
Gele LED AAN geeft weer dat de vertraging —voor
doormelding en / of sturingen— aan staat. (actief is).
12
(niet gebruikt)
13
(niet gebruikt)
14
(niet gebruikt)
15
(niet gebruikt)
16
(niet gebruikt)
BGB018.01