3. HOOFDONDERDELEN (Fig.1)
1÷3) - Gereedschap geleverd
4 - Draagriemen
5 - Conisch paar
6 - Veiligheidsbeschermkap
7 - Nylon draadkop
8 - Brandstoftankdop
9 - Zuiveringsbolletje
10 - Uitlaatklep
11 - Bougie
12 - Luchtfilter
13 - Starthendel
14 - Chokehendel
15 - Gashendelblokkering
16 - Stop-knop
17 - Gashendel
18 - Draagriem ophangbeugel
19 - Handgreep
20 - Steel
21 - Knop half-gas
4. ASSEMBLAGE
MONTAGE VAN DE VEILIGHEIDSKAP (Fig. 7)
Monteer de kunststof of stalen beschermkap (A)
met de bouten op zodanige wijze aan de steel
dat deze een goede bescherming biedt (B).
OPMERKING: Gebruik de extra beschermrand
(C) alleen in combinatie met de nylon draadkop.
De beschermkap (C) moet met de schroef (D) op
de beschermkap (A) bevestigd worden.
MONTAGE VAN DE NYLON DRAADKOP
(Fig. 8)
Monteer de bovenring (F) op hun plaats op de
transmissie. Plaats de blokkeerpen (H) in het gat
(L) en schroef de draadkop (N) handvast tegen de
wijzers van de klok in.
MONTAGE VAN HET MAAIBLAD (Fig. 9)
Monteer het maaimes (R) op de borgring (F) waarbij
u er op let, dat de draairichting goed is en dat deze
goed gepositioneerd is t.o.v. de houder. Monteer
de onderring (E), deksel (D) en schroefbout (A)
tegen de wijzers van de klok in vast.
Steek de meegeleverde blokkeerpen in het
daarvoor bestemde gat (L) om het maaiblad te
blokkeren. Nnu kan men bout (A) op moment
vastdraaien (2.5 kgm - 25 Nm).
LET OP – De buisklem (zie pijlen C, Fig.9)
moet in het montagegat van de maaischijf
steken.
10
MONTAGE VAN DE HANDGREEP (Fig. 2)
Plaats de handgreep op de steel en vergrendel
deze door schroeven (A). De handgreep positie
is berekend op normaal gebruiksgemak van de
gebruiker.
LET OP - Breng het loophandvat (A, Fig.26)
tussen het label pijlen (B, Fig.27) en de achterste
handgreep (C, Fig.26).
MONTAGE VAN HET STUUR (Fig.4)
- Zet het stuur (A) in de onderste klem (B1).
VOORZICHTIG: Het stuur (A) moet op de
klem (B) worden bevestigd binnen de twee
markeringen (C) op het stuur.
- Plaats de bovenste klem (B2) en haal de 4
schroeven (D) aan zonder ze volledig vast te
draaien.
- Lijn het stuur in een rechte hoek uit ten
opzichte van de steel.
- Haal de schroeven (D) stevig aan.
MONTAGE VAN DE BEDIENINGSHANDGREPEN
(Fig.6)
- Draai de schroef (G) los. De moer (H) blijft in de
bedieningshandgreep (L).
- Duw
de
bedieningshandgreep
gashendel
M
overbrenging gericht zijn) zodanig op het
stuur (N) dat de gaten (P) zijn uitgelijnd.
- Plaats de schroef (G) en haal hem stevig aan.
LET OP: Controleer of alle componenten
goed gemonteerd zijn en dat alle schroeven
goed vastgedraaid zijn.
VOORBEREIDINGEN VOOR HET WERKEN
DRAAGRIEM (4S-4T, Fig. 1)
Een juiste afstelling van de draagriem geeft uw
bosmaaier de juiste balans en werkhoogte vanaf
de grond (Fig. 10).
- Hang de draagriem enkel of dubbel om.
- Haak de bosmaaier aan de draagriem d.m.v.
de sluiting (A, Fig. 11-12).
- Stel het ophangoog (B, Fig. 11-12) zodanig af dat
de bosmaaier in goede balans hangt.
(L)
moet
naar
de
(de
haakse