Endress+Hauser RN22 Handleiding pagina 3
Verberg thumbnails
Zie ook voor RN22:
- Beknopte handleiding (17 pagina's) ,
- Bedienings- en veiligheidsinstructies (12 pagina's) ,
- Bedienings- en veiligheidsinstructies (8 pagina's)
Advertenties
Ingangsspecificaties
Ingangssignaalbereik (bereikover-/-
onderschrijding)
Bedrijfsbereik, ingangssignaal
Transmitter voedingsspanning
Uitgangsspecificaties
Uitgangssignaalbereik (bereikover-/-
onderschrijding)
Bedrijfsbereik, uitgangssignaal
Overdracht
Staprespons (10 ... 90 %)
Signaalverdubbelaar uitgang 2:
signaalvertraging vanwege HART-filter
Belasting
Overdraagbare communicatieprotocollen
Nauwkeurigheid
Overdrachtsfout max. (0 ... 20,5 mA)
Temperatuurcoëfficiënt
Galvanische scheiding
Voedingsspanning / ingang;
voedingsspanning / uitgang
Ingang / uitgang; uitgang / uitgang
Ingang / ingang
Zie voor gedetailleerde technische gegevens de bedieningshandleiding
Handleiding snelle bedrading
Endress+Hauser
0 ... 22 mA
0/4 ... 20 mA
≥ 16,5 V / (20 mA)
0 ... 22 mA
0/4 ... 20 mA
1:1 met ingangssignaal
1 ms
< 40 ms
≤ 500 Ω (voor actieve modus)
HART
< 0,1 % / van schaaleindwaarde (<20 µA)
< 0,01 % /K
Testspanning: 1 500 V
50 Hz, 1 min
AC
Testspanning: 500 V
50 Hz, 1 min
AC
Out
Ch1
3.1
Ch1
Ch2
HART
4.1
4.2 5.1
In
2-W
Out
Ch1
3.1
Ch1
HART
4.1 4.2 5.1
In
2-W
3
Klembezetting: 1- en 2-kanaalsversie (boven), signaalverdubbelaar (onder)
HART-communicators kunnen worden aangesloten op de HART-
aansluitpunten. Waarborg voldoende externe weerstand (≥230 Ω) in het
uitgangscircuit.
Aansluiten van de voedingsspanning
De voeding kan worden aangesloten op de klemmen 1.1 en 1.2 of via de DIN-
railbusconnector.
Het instrument mag alleen worden gevoed door een voedingseenheid met
een energiebegrensd circuit conform UL/EN/IEC 61010-1, hoofdstuk 9.4
en de voorschriften in tabel 18.
Gebruik de voedings- en foutmeldingsmodule voor de voedingsspanning
Het verdient aanbeveling de RNF22 voedings- en foutmeldingsmodule te
gebruiken voor het leveren van de voedingsspanning aan de DIN-
railbusconnector. Een totale stroom van 3,75 A is mogelijk met deze optie.
Voedingsstroom naar de DIN-railbusconnector via klemmen
Instrumenten die naast elkaar zijn gemonteerd, kunnen worden gevoed via de
klemmen van het instrument tot een totaal stroomverbruik van 400 mA. De
verbinding loopt via de DIN-railbusconnector. De installatie van een 630 mA
zekering (half-traag of traag) bovenstrooms wordt aanbevolen.
KA01449K
+24V
GND
Ch2
3.2
2.1
2.2
1.1
1.2
+24V
6.1 6.2 5.2
2-W
4-W
4-W
Ch2
+24V
GND
3.2
2.1
2.2
1.1
1.2
+24V
4-W
GND
n.c.
n.c.
n.c.
GND
n.c.
n.c.
n.c.
3
Advertenties
