Download Print deze pagina

Endress+Hauser RN22 Handleiding pagina 2

Advertenties

KA01449K
Functionele veiligheid
Een SIL-versie van het instrument is als optie leverbaar. Het kan worden
toegepast in veiligheidsuitrusting conform IEC 61508 tot SIL 2 (SC 3).
Montage
Montagevoorwaarden
Afmetingen
Breedte (B) x lengte (L) x hoogte (H) (met klemmen): 12,5 mm (0,49 in) x
116 mm (4,57 in) x 107,5 mm (4,23 in)
Montagelocatie
Het instrument is ontworpen voor installatie op 35 mm (1,38 in) DIN-rails
conform IEC 60715 (TH35).
LET OP
Bij gebruik in explosiegevaarlijke omgeving moeten de grenswaarden uit de
certificaten en goedkeuringen worden aangehouden.
Belangrijke omgevingscondities
Omgevingstemperat
–40 ... 60 °C
uurbereik
(–40 ... 140 °F)
Beschermingsklasse
IP 20
Vervuilingsgraad
2
Hoogte
≤ 2 000 m (6 562 ft)
Montage van de DIN-railbusconnector
Wanneer de DIN-railbusconnector wordt gebruikt voor de
voedingsspanning, moet deze op de DIN-rail worden geklikt VOORDAT
het instrument wordt gemonteerd. Het is daarbij van beland te letten op
de inbouwpositie van de module en de DIN-railbusconnector: de clip moet
aan de onderkant liggen en het connectorstuk links.
Elektrische aansluiting
Aansluitspecificaties
Een platte schroevendraaier is nodig om de elektrische verbinding met schroef-
of insteekklemmen te maken.
AWG 24-14
0,2 -2,5 mm
5
²
1.
7 mm (0,28")
2.
0,5-0,6 Nm
5-7 lb In
 2
Elektrische aansluiting met schroefklemmen (links) en insteekklemmen (rechts)
VOORZICHTIG
L
Onherstelbare beschadiging van onderdelen van de elektronica
Schakel de voedingsspanning uit voordat het instrument wordt geïnstalleerd
en aangesloten.
LET OP
Onherstelbare beschadiging of storing van onderdelen van de elektronica
ESD - elektrostatische ontlading. Bescherm de klemmen en Hart-
aansluitingen op het front tegen elektrostatische ontlading.
Gebruik van een afgeschermde kabel wordt voor HART-communicatie
geadviseerd. Let op het aardingsconcept van de installatie.
2
Opslagtemperatuur
–40 ... 80 °C
(–40 ... 176 °F)
Overspanningscateg
II
orie
Luchtvochtigheid
5 ... 95 %
Isolatieklasse
Klasse III
AWG 24-14
0,2 - ,5 mm
5 2
²
1.
3.
10
mm
(0,39")
1.
2.
Zie het veiligheidshandboek FY01034K voor gebruik van het instrument
in systemen met veiligheidsinstrumentatie conform IEC 61508.
1.
1.
2.
 1
Montage van de DIN-railbusconnector 12,5 mm (0,5 in) (boven) en montage op DIN-
rail (onder)
Installeren van een DIN-rail instrument
Het instrument kan in elke positie (horizontaal of verticaal) worden
geïnstalleerd op de DIN-rail zonder afstand aan de zijkant tot naastgelegen
instrumenten. Er is geen gereedschap nodig voor de installatie. Gebruik van
beugels (type "WEW 35/1" of gelijkwaardig) op de DIN-rail wordt aanbevolen om
het instrument te fixeren.
Wanneer verschillende instrumenten naast elkaar worden geïnstalleerd,
is het van belang dat wordt gewaarborgd dat de maximale
wandtemperatuur van de individuele instrumenten van 80 °C (176 °F) niet
wordt overschreden. Indien dit niet kan worden gegarandeerd, moeten de
instrumenten op een zodanige onderlinge afstand worden gemonteerd,
dat voldoende koeling is gewaarborgd.
Gebruik alleen koperen kabels met een minimum temperatuurbereik van
75 °C (167 °F) als verbindingskabel.
Belangrijke aansluitgegevens
Specificaties
1)
Voedingsspanning
Voedingsspanning
24 V
Voedingsstroom naar de DIN-
Max. 400 mA
railbusconnector
Opgenomen vermogen bij
1-kanaals: ≤ 1,5 W (20 mA) / ≤ 1,6 W (22 mA)
24 V
2-kanaals: ≤ 3 W (20 mA) / ≤ 3,2 W (22 mA)
DC
Signaalverdubbelaar: ≤ 2,4 W (20 mA) / ≤ 2,5 W
(22 mA)
Stroomverbruik bij 24 V
1-kanaals: ≤ 0,07 A (20 mA) / ≤ 0,07 A (22 mA)
DC
2-kanaals: ≤ 0,13 A (20 mA) / ≤ 0,14 A (22 mA)
Signaalverdubbelaar: ≤ 0,1 A (20 mA) / ≤ 0,11 A
(22 mA)
Vermogensverlies bij 24 V
1-kanaals: ≤ 1,2 W (20 mA) / ≤ 1,3 W (22 mA)
DC
2-kanaals: ≤ 2,4 W (20 mA) / ≤ 2,5 W (22 mA)
Signaalverdubbelaar: ≤ 2,1 W (20 mA) / ≤ 2,2 W
(22 mA)
1)
De specificaties gelden voor het volgende bedrijfsscenario: ingang actief / uitgang
actief / uitgang belasting0 Ω. Wanneer externe spanningen worden aangesloten op
de uitgang, kan het vermogensverlies in het instrument toenemen. Het
vermogensverlies in het instrument kan worden verminderd door een externe
uitgangsbelasting aan te sluiten.
2.
3.
(-20% / +25%)
DC
Endress+Hauser
3.

Advertenties

loading