BEDIENINGSINSTRUCTIE
BRANDMELDCENTRALE TYPE IQ8Control C/M
Voorbeeld: het uitschakelen van groep 12, melder 2
Groep
Melder
1
2
UITGESCH. Grp:0012 Mel:02 13.15 01.03
Voorbeeld: het inschakelen van groep 12, melder 2
De melding wordt niet meer weergegeven in het display; groep 12, melder 2 is ingeschakeld
Groep
Melder
1
2
Indien in deze situatie alleen groep 12 wordt ingeschakeld worden automatisch ook alle bijbehorende melders
van groep 12 ingeschakeld.
Voorbeeld: het uitschakelen van relais 19
Relais
Uit
1
9
UITGESCH. Rel:0019
Voorbeeld: het inschakelen van relais 19
Relais
In
1
9
De melding wordt niet meer weergegeven in het display. Relais 19 is ingeschakeld.
Met deze functie is het niet mogelijk het relais te activeren.
Voorbeeld: het uitschakelen en inschakelen van de signaalgevers
SIR UIT
Relais
Met de toetsen "relais" en de functietoets 4 kunnen alle signaalgevers (alarmsirenes) worden uitgeschakeld
Het inschakelen van de signaalgevers geschiedt met de zelfde combinatie.
Voorbeeld: het opvragen van de toestand van groep 10
Toestand
Groep
0 0
1
Het display geeft bijvoorbeeld aan:
Bediening
UITGESCH. Grp:0012 Mel:02 13.15 01.03
Toestand:
Einde
In
Uit
2
Verklaring: Groep 12, melder 2 is uitgeschakeld om 13.15 op 1 maart
De brandmelder groep 12 melder 2 is uitgeschakeld en kan geen
brandalarm of storingsmelding weergeven
In
2
Verklaring: Relais 19 is uitgeschakeld om 14.05 op 1 maart
De aansturing van relais 19 wordt niet meer aangestuurd bij een
14.05 01.03
brandalarm.
Een overzicht van de functies van de diverse relais bevindt zich
in de bijlage.
Andere toestanden kunnen zijn, brand, vooralarm, uitgeschakeld
Grp:0010
en storing.
normaal
Het display geeft de toestand gedurende circa 10 seconden aan.
Door 1e functietoets onder "Einde" in te drukken kan de uitlezing
eerder dan deze 10 seconden worden afgebroken.
21/05/2014 versie 2
6