De computer uitschakelen
WAARSCHUWING:
U voorkomt gegevensverlies door alle gegevens binnen geopende bestanden op te slaan en de bestanden te sluiten. Sluit
vervolgens alle geopende programma's voordat u de computer uitzet.
1. Het besturingssysteem afsluiten:
In Windows Vista®:
l
Klik op Start
, klik op de pijl in de rechterbenedenhoek van het menu Start (zie hieronder) en klik op Afsluiten.
In Windows® XP:
l
Klik op Start® Computer uitschakelen® Uitschakelen.
De computer wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
2. Controleer of de computer en alle daaraan gekoppelde apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop vier seconden ingedrukt als de computer en
de aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
Nadat u binnen in de computer hebt gewerkt
Controleer nadat u onderdelen hebt vervangen of u alle externe apparaten, kaarten en kabels hebt aangesloten voordat u de computer inschakelt.
VOORZICHTIG:
U voorkomt schade aan de computer door alleen de batterij te gebruiken die speciaal voor deze Dell-computer is bedoeld.
Gebruik geen batterijen die voor andere Dell-computers zijn bedoeld.
1. Sluit externe apparaten, zoals een poortreplicator, een slice-batterij of een media base, aan en plaats alle kaarten, zoals een ExpressCard, terug.
2. Sluit alle telefoon- of netwerkkabels aan op uw computer.
VOORZICHTIG:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op het netwerkapparaat en vervolgens op de computer.
3. Plaats de
batterij
terug.
4. Sluit de computer en alle aangesloten apparaten aan op het stopcontact.
5. Zet de computer aan.
Terug naar de overzichtspagina