6.3.4
De buitenunit installeren
6.3.5
Afvoer voorzien
▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd.
▪ Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben,
zodat ijs zich niet kan ophopen.
▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig
water rond de unit af te voeren.
▪ Vermijd dat het afgevoerd water over het voetpad vloeit zodat het
voetpad NIET glad wordt bij vriestemperaturen.
▪ Indien u de unit op een frame installeert, plaats dan een
waterdichte plaat op maximum 150 mm van de onderkant van de
unit om te verhinderen dat water in de unit kan binnendringen en
afgevoerd water zou druppelen (zie de volgende afbeelding).
OPMERKING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat het
afgevoerde condensaat NIET kan bevriezen als de unit in
een koud klimaat is geïnstalleerd.
INFORMATIE
Voor meer informatie over de beschikbare opties, neem
contact op met uw verdeler.
OPMERKING
Voorzie minstens 300 mm vrije ruimte onder de unit. Zorg
daarbij ervoor dat de unit minstens 100 mm boven de
mogelijke hoogte van sneeuw staat.
1 Gebruik een afvoerplug voor de afvoer.
2 Gebruik een slang van Ø16 mm (lokaal te voorzien).
a
Afvoerpoort
b
Onderste frame
c
Afvoerplug
d
Slang (lokaal te voorzien)
ARXM50~71+RXM42~71N2V1B(9) + RXP50~71M2V1B +
RXA42+50+RXF50+60B2V1B + RXF71A2V1B + RXJ50N2V1B
R32 Split-reeks
4P513661-7E – 2018.11
4× M8/M10
b
a
c
d
Afvoeropeningen afsluiten en de afvoeraansluiting
installeren
OPMERKING
Gebruik
in
koude
streken
afvoerslang en afvoerdeksels (1, 2) met de buitenunit.
Neem de gepaste maatregelen zodat het afgevoerde
condensaat NIET kan bevriezen.
1 Installeer de afvoerdeksels 1 en 2 (accessoire). Controleer of
de randen van de afvoerdeksels de openingen volledig
afsluiten.
a
b
a
Onderste frame
b
Afvoerdeksel
2 Installeer de afvoeraansluiting.
a
b
c
b
b
a
a
a
Afvoeropening. Installeer een afvoerdeksel (2).
b
Afvoeropening. Installeer een afvoerdeksel (1).
c
Afvoeropening voor afvoeraansluiting
6.3.6
Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan
omvallen
Voer de volgende stap uit als de unit wordt geïnstalleerd op een
plaats waar ze aan sterke winden is blootgesteld:
1 Maak 2 kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2 kabels over de buitenunit.
3 Stop een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (lokaal te voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast en draai ze vast.
6.4
De koelmiddelleiding aansluiten
6.4.1
Over het aansluiten van de
koelmiddelleidingen
Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent:
▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten
▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6 Installatie
GEEN
afvoeraansluiting,
13