1
Toepassingsgebieden
De compacte dompelmixers uit de RW 200-280 serie zijn ontworpen voor een groot aantal uiteenlopende
toepassingen. Behalve toepassing in pompputten en het voorkomen van aangroei en drijvende
afzettingen, is het apparaat ook uitstekend geschikt voor een groot aantal meng- en roertoepassingen in
afvalwaterbehandelingsinstallaties en in de industrie. De mixers kunnen onafhankelijk van de tankvorm
of -afmetingen worden geïnstalleerd. Afhankelijk van de gewenste mengintensiteit en de gewenste
doorstroomprofielen kunnen één of meerdere mixers worden geïnstalleerd.
LET OP
De maximum toegestane temperatuur van het verpompte medium is 40 °C.
1.1
Toelatingen
De elektrische veiligheid van de S serie is CSA en CSA(U) goedgekeurd.
1.2
Ex-goedkeuringen
De motoren van de S serie zijn voorzien van een explosieveilige certificering conform FM Class 1 Div. 1 Groups
C en D (60 Hz, US), ATEX 2014/34/EC, Ex II 2G Ex h db IIB T4 Gb.
2
Veiligheid
De algemene en specifieke gezondheids- en veiligheidsaanwijzingen worden gegeven in een separaat
document "Veiligheidsinstructies voor Sulzer producten van het type ABS". Neem in geval van onduidelijkheid
of vragen altijd contact op met de producent Sulzer.
2.1
Bijzondere opmerkingen over het gebruik van explosieveilige mixers in explosiege-
vaarlijke gebieden
1.
Explosieveilige dompelmixers mogen alleen worden gebruikt wanneer het thermo-detectiesysteem is
aangesloten.
2.
Wanneer vlotterschakelaars van het baltype worden gebruikt, moeten deze worden aangesloten op een
intrinsiekveilig "beveiligingstype EX (i)" conform VDE 0165.
3.
Demontage en reparatie van explosieveilige dompelmotoren mag alleen worden uitgevoerd door
geautoriseerd personeel in speciaal goedgekeurde werkplaatsen.
2.2
Bijzondere voorwaarden voor een veilig gebruik van S-type, explosieveilige motoren.
1.
De integrale voedingskabel moet naar behoren worden beschermd tegen mechanische schade en worden
afgesloten met een geschikt afsluitingsapparaat.
2.
Bij motoren die zijn ingedeeld voor gebruik met sinusoïdale voedingen van 50/60 Hz dienen de thermische
beveiligingsinrichtingen zodanig te zijn aangesloten dat de machine van de voeding wordt afgesloten als de
stator een temperatuur bereikt van 130 °C.
3.
De gebruiker mag geen onderhoud of reparaties uitvoeren aan deze motoreenheden. Elke handeling die de
kenmerken van de explosiebeveiliging kunnen beïnvloeden, dient aan de fabrikant te worden voorgelegd.
Reparaties aan vlambestendige scharnieren mogen uitsluitend worden uitgevoerd overeenkomstig de
ontwerpspecificaties van de fabrikant. Reparatie op basis van de waarden in tabellen 1 en 2 van EN
60079-1 is niet toegestaan.
6006091-03
3