4.3.2.7 Scene
De functie Scene maakt het mogelijk de uitgangen te groeperen die in een bepaalde instelbare staat kunnen worden gebracht.
Elke uitgang kan geïntegreerd worden in 8 verschillende scenes.
Wanneer de scene opgeslaan wordt, worden de positive en helling van de lamellen ook opgeslaan.
Werkingsprincipe:
Omhoog/omlaag
Lamelverstelling/stop
Scene nummer
100%
Uitgang luik store
50%
0%
Positie van de lamellen
Aanleren en opslaan van scenes
Deze procedure maakt het mogelijk een scene te wijzigen en op te slaan. Bijvoorbeeld door lokaal te drukken op de druktoetsen
in de ruimte of voor het verzenden van een waarde afkomstig van een visualistai interface.
Voor het lanceren of opslaan van de scenes moeten de volgende waarde doorgegeven worden:
Scene nummer
1-64
Voorbeelden
1
2
3
...
64
TXA604D - TXA606B/D - TXA608B/D - TXA610B/D
TXM616D - TXM620D - TXB602F
Omhoog
Stop
Lamellen gesloten
Lancering van een scene
(Waarde van het object: 1 byte)
= Scene nummer -1
0
1
2
...
63
Omhoog
1
Stop
Scene 1 opslaan
Lamellen geopend
Opslaan van de scene
(Waarde van het object: 1 byte)
= Scene nummer +128
128
129
130
191
85
0
Scene 1 uitvoeren
Lamellen gesloten
6T 8719-00c