Om de accu (A, Fig.12) uit de machine te verwijderen, druk op
de twee knoppen (B) en haal de accu weg.
Om de accu op te laden:
-
sluit de accuoplader (C) aan op een stopcontact; de
aanwezigheid van spanning wordt gesignaleerd doordat
het rode lampje (D) brandt.
-
plaats de accu (A) in de zitting van de accuoplader (C) door
hem helemaal naar binnen te duwen. Het opladen van een
geheel lege accu duurt ongeveer 113 minuten (2,5 Ah) en
225 minuten (5 Ah). Met de FAST-batterijlader wordt de
lading teruggebracht tot 50 minuten (2,5 Ah) en 70
minuten (5 Ah).
De oplaadfasen worden aangegeven door het lampje (D):
-
accuoplader aangesloten = lampje brandt rood.
-
accu geplaatst en opladen bezig = lampje knippert groen.
-
accu opladen voltooid = lampje brandt groen.
-
kortsluiting = rood lampje knippert snel
-
te hoge temperatuur = rood lampje knippert langzaam
Opladen ten einde:
-
haal de accu (A) uit de accuoplader (C) en breng hem aan
op de machine;
-
trek de stekker van de accuoplader (C) uit het stopcontact.
LE T OP! De grasmaaier is voor zien van een
veiligheidscircuit om gebruik door onbevoegden
te verhinderen! Voordat de grasmaaier wordt gestart,
moet de veiligheidssleutel worden geplaatst (9, Fig.2).
Deze veiligheidssleutel moet telkens worden verwijderd
wanneer het werk wordt onderbroken of beëindigd.
- Start de motor op een open plek zonder hoog gras. Het
maaigebied controleren en stenen, botten, stokken en
dergelijke verwijderen.
- Lees de veiligheidsvoorschriften uit deze gebruiksaanwijzing.
- Voor het starten zorgen dat het maaimes vrij kan ronddraaien.
- Start de motor overeenkomstig de aanwijzingen en houd
uw voeten op veilige afstand van de messen.
De motor op gang brengen (Fig. 15)
Plaats de veiligheidssleutel (A) in zijn zitting (B), druk op de
knop (C) en bedien de hendel (D) om de machine te starten.
LET OP! Bij over ver hitting wordt de accu om
veiligheidsredenen uitgeschakeld met behulp van het
beveiligingscircuit. Neem de accu uit de machine en laat hem
afkoelen. Zodra hij is afgekoeld, kan hij weer in de machine
worden gemonteerd en kan het werk worden hervat.
6. GEBRUIK
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
LET OP!
- Gebruik de grasmaaier nooit op nat gras of op andere
gladde oppervlakken. Houd de handgreep stevig vast met
twee handen. Loop, ren nooit.
- Op aflopende hellingen maait men overdwars, nooit
omhoog of recht omlaag; te steile hellingen niet maaien.
- Alleen bij daglicht of met sterke kunstverlichting maaien.
- Zich ervan overtuigen, dat het ventilatieplaatje achter op
de juiste plaats zit.
- Als men op een voorwerp stoot, de motor stoppen en de
schade aan de grasmaaier goed controleren; niet opnieuw
starten zonder eventuale schade te hebben garepareerd.
- De maaimachine niet kantelen bij het starten: het
onafgedekte mes zou schade kunnen veroorzaken.
- Nooit voor de grasmaaier gaan staan, terwijl de motor
loopt.
- Stop de motor bij het oversteken van paden, oprijlanen e.d.
en als u de grasmaaier naar een ander terrein verplaatst.
- Stop de motor en haal de veiligheidssleutel (9, Fig.2) weg
voordat u de zak verwijdert en wanneer u het uitwerpgat
van het gras schoonmaakt.
- Behoud op hellingen altijd een evenwichtige positie.
- Wees voorzichtig als u op een helling van richting
verandert en als u de grasmaaier naar een ander terrein
verplaatst.
- Verzeker u ervan dat hierbij alleen originele snijsystemen
zijn gebruikt.
- Wees altijd bijzonder voorzichtig bij het omkeren van de
werkrichting, of wanneer u de grasmaaier naar u toe trekt.
- Raak de messen nooit aan voordat u de veiligheidsstekker
hebt losgekoppeld (9, Fig.2) en voordat de messen volledig
stil staan.
- Gebruik de grasmaaier nooit als de korf breuken vertoont
of als hij door het gras verstopt is.
- Bij abnormaal trillen: controleer de schade, vervang de
beschadigde delen en controleer en haal de losgeraakte
onderdelen aan.
De maaihoogte instellen
LET OP! Stel de maaihoogte alleen bij afgezette motor
en weggehaalde veiligheidssleutel af (9, Fig.2). Bedien de
hendel (A) om de maaihoogte in de gewenste stand te zetten
(Fig.16).
NOOT
- Als het gras heel hoog is, maai dan in twee fasen: eerst in de
MAX hoogte en daarna in de gewenste hoogtepositie.
- Het grasveld als een spiraal van de rand naar het centrum
tos maaien.
INDICATOR VOLLE KORF
Bovenop de opvangzak is een geleideplaat aanwezig die
aangeeft wanneer de zak vol is (7, Fig.2). Als de geleideplaat
naar boven staat (A, Fig.17A), geeft dat aan dat de zak gevuld
wordt met gras. Als de geleideplaat naar beneden staat (A,
Fig.17B), geeft dat aan dat de zak vol is en geleegd moet
worden.
MULCHING
Op de grasmaaiers zijn standaard het mulching mes
gemonteerd. Met deze configuratie kan het gras op drie
manieren worden gemaaid:
1. Met gemonteerde zak: met het mulching mes wordt het
gemaaide gras fijner gemalen, zodat de zak beter wordt
gevuld.
2. Met gedemonteerde zak en gesloten achterste
deflector: met het mulching mes wordt het gemaaide
gras goed versnipperd, zodat het meteen over het gazon
kan worden verspreid.
3. Mulching: voor het echte mulching moet het mulching-
deksel (C, Fig. 21-22) worden gemonteerd om het
gemaaide gras maximaal te versnipperen. Het mulching-
deksel (C, Fig. 21-22) cod. 66110127R moet gemonteerd
worden door het in het gat onder de achterste deflector
(D) te steken.
OPMERKING OVER HET GRASMAAIEN MET DE MULCHING
Bij het gebruik van de grasmaaimachine met de mulching-kit
mag het gras niet hoger zijn dan 5-6 cm. Het is echter een
goede regel de grasmaaier niet op een te lage hoogte te
9