Verbinding maken met een Wi-Fi-netwerk: Open
netwerken > Wi-Fi en schakel Wi-Fi in. Tik een Wi-Fi-netwerk aan om toegang te krijgen en
voer indien nodig het netwerkwachtwoord in of voltooi de verificatie. U kunt ook naar de
onderkant van het menu scrollen, Netwerk toevoegen aantikken en de instructies op het
beeldscherm volgen om een netwerkhotspot toe te voegen door de naam van de hotspot en
het wachtwoord in te voeren.
Een Wi-Fi-netwerk met Wi-Fi-brug delen
Met Wi-Fi-brug kunt u uw thuis-Wi-Fi met vrienden en gasten delen zonder dat u het
wachtwoord aan hen hoeft te geven.
Wi-Fi-brug inschakelen: Open
Persoonlijke hotspot > Meer en schakel Wi-Fi-brug in.
Wi-Fi-brug instellen: Tik op Wi-Fi-brug instellen om een tijdelijke naam en wachtwoord
voor het gedeelde Wi-Fi-netwerk te bekijken of in te stellen.
Als u de tijdelijke naam en het wachtwoord aan uw vrienden of gasten hebt gegeven, kunnen
zij verbinding met het netwerk maken totdat de functie wordt uitgeschakeld.
Er kunnen tot 4 apparaten tegelijkertijd met uw thuis-Wi-Fi worden verbonden via Wi-Fi-
brug.
Instellingen, ga naar Draadloos en netwerken >
Instellingen, ga naar Draadloos en
Wi-Fi en netwerk
64