7.3.3
Het verbrandingsproces regelen
Regel het verbrandingsproces met de bedieningshendel. Deze hendel regelt de
hoeveelheid primaire verbrandingslucht en de hoeveelheid van zowel de secundaire
verbrandingslucht als de ruitbeluchting.
Bedieningshendel in de uiterst rechtse
stand:
primaire luchtinlaat maximaal open
secundaire luchtinlaat maximaal open
ruitbeluchtingsinlaat maximaal open
Bedieningshendel in de middelste stand:
primaire luchtinlaat gesloten
secundaire luchtinlaat maximaal open
ruitbeluchtingsinlaat maximaal open
Bedieningshendel in de uiterst linkse
stand:
primaire luchtinlaat gesloten
secundaire luchtinlaat gesloten
ruitbeluchtingsinlaat gesloten
Box 20 52
Waarschuwing:
Als de bedieningshendel in de uiterst linkse stand wordt gezet (alle
luchtinlaten gesloten) terwijl de brandstof brandt, leidt dit tot een overmatige
uitstoot van gevaarlijke gassen (bijvoorbeeld koolstofmonoxide) en
roetafzetting op de ruit van de deur en in de schoorsteen. Sluit nooit de
luchtinlaten terwijl de brandstof brandt. Laat de secundaire luchtinlaat en de
ruitbeluchtingsinlaat open door de bedieningshendel ergens tussen de
middelste en de uiterst linkse stand te zetten.
Bediening
23