Druk op [A].
Een seconde
Seconden
PM-indicator
Uren : Minuten
Een stadscode afwisselend op standaardtijd en zomertijd zetten
1. Druk op [D] in de Wereldtijdmodus om de stadscode (tijdzone)
weer te geven waarvan u de instelling voor standaardtijd/zomer-
tijd wilt wijzigen.
2. Houd [A] ongeveer drie seconden ingedrukt om heen en weer te
schakelen tussen zomertijd (DST-indicator wordt weergegeven)
en standaardtijd (DST-indicator wordt niet weergegeven).
• Als zomertijd is ingeschakeld, verschijnt op de onderste digi-
tale display een zomertijdindicator (DST).
DST indicator
• U kunt de zomertijd (DST) afzonderlijk inschakelen voor iedere
stadscode, behalve UTC.
• Het inschakelen van de zomertijd voor de stadscode die op dit moment is geselecteerd als
u woonplaats, schakelt de zomertijd in voor de gewone tijdfunctie.
Van uw woonplaats Wereldtijdstad maken en omgekeerd.
Volg de procedure hieronder om van uw woonplaats Wereldtijdstad te maken en vice versa.
Hiermee verandert u uw woonplaats in Wereldtijdstad en uw Wereldtijdstad in woonplaats.
Deze mogelijkheid kan handig zijn als u dikwijls reist tussen twee steden in verschillende tijd-
zones.
Van uw woonplaats Wereldtijdstad maken en omgekeerd.
1. Druk in de Wereldtijdmodus op [D] om de gewenste Wereldtijdstad te selecteren.
2. Houd [A] en [B] ingedrukt totdat het horloge piept.
• Hierdoor wordt de Wereldtijdstad die u in stap 1 hebt geselecteerd uw woonplaats
en gaan de uren- en minutenwijzers naar de huidige tijd in die stad. Tegelijkertijd
verandert dit de woonplaats die u voorafgaand aan stap 2 had geselecteerd tot uw
Wereldtijdstad en wordt de inhoud van de onderste digitale display overeenkomstig
aangepast.
• Na het omruilen van woonplaats en Wereldtijdstad, blijft het horloge in de Wereldtijd-
modus met de stad die voorafgaand aan stap 2 was geselecteerd als woonplaats. Deze
wordt nu afgebeeld als Wereldtijdstad.
Alarmsignalen
Wanneer een alarmsignaal is ingeschakeld, klinkt het alarmsig-
Nummer alarmsignaal
naal wanneer de alarmsignaaltijd is aangebroken. Een van de
alarmsignalen is een sluimersignaal. De andere vier zijn eenma-
lige alarmsignalen.
• U kunt ook een uursignaal inschakelen waardoor het horloge
twee keer piept op ieder heel uur.
• Er zijn vijf alarmsignaalschermen: AL1, AL2, AL3 en AL4
voor het eenmalige alarmsignaal en een scherm voor het slui-
mersignaal dat wordt aangegeven met SNZ. Het uursignaal-
scherm wordt aangegeven met SIG.
• Alle handelingen in dit hoofdstuk worden uitgevoerd in de
Alarmtijd
Alarmsignaalmodus, die u inschakelt door op [C] te drukken.
(Uren : minuten)
Een alarmtijd instellen
1. Gebruik [D] in de Alarmsignaalmodus om door de alarmsig-
naalschermen te bladeren, totdat het scherm wordt weerge-
geven waarvan u de tijd wilt instellen.
A L 1
Aan-/uit-
status
• Om een dagelijks alarmsignaal in te stellen selecteert u alarmsignaalscherm AL1, AL2,
AL3 en AL4 . Om het sluimersignaal in te stellen, geeft u het SNZ-scherm weer.
• SIG is de instelling voor het uursignaal.
• Het sluimersignaal wordt elke vijf minuten herhaald.
2. Nadat u een alarmsignaal hebt geselecteerd, houdt u [A] ongeveer drie seconden inge-
drukt totdat de uurinstelling van de alarmsignaaltijd begint te knipperen. Dit is de instel-
modus.
• Deze handeling schakelt het alarmsignaal automatisch in.
3. Druk op [C] om de knipperende positie te verplaatsen tussen de uur- en minuteninstelling.
4. Terwijl een instelling knippert, gebruikt u [D] (+) en [B] (-) om deze te wijzigen.
5. Druk op [A] om de instelmodus te verlaten.
Bediening alarmsignaal
Op de ingestelde tijd klinkt het alarmsignaal gedurende tien seconden, onafhankelijk van de
modus waarin het horloge staat. In het geval van een sluimersignaal klinkt het alarmsignaal in
totaal zeven keer, iedere vijf minuten, of totdat u het alarmsignaal uitschakelt.
• De alarm- en uursignalen worden uitgevoerd in overeenstemming met de huidige tijd in uw
woonplaats die wordt bijgehouden in de Tijdfunctiemodus.
• Om het alarmsignaal uit te zetten, nadat het is afgegaan, drukt u op een willekeurige knop.
• Als u een van de volgende handelingen uitvoert tijdens het 5 minuten durende interval tus-
sen de sluimersignalen, wordt het huidige sluimersignaal geannuleerd. Weergave van het
instelscherm van de Tijdfunctiemodus Weergave van het SNZ-instelscherm
Een alarmsignaal in- en uitschakelen
1. Gebruik in de Alarmsignaalmodus [D] om een alarmsig-
Sluimersig-
Alarm-aan'-
naal te kiezen.
naalindicator
indicator
2. Druk op [A] om heen en weer te schakelen tussen aan
(ON) en uit (OFF).
• Als u een alarmsignaal aanzet (AL1, AL2, AL3, AL4 of
SNZ) wordt de alarmsignaal-aan-indicator weergege-
ven op het scherm van de Alarmsignaalmodus.
• De alarmsignaal-aan-indicator wordt in alle modi weer-
gegeven voor ieder waarschuwingssignaaltype dat op
dat moment is ingeschakeld.
• De alarmsignaal-aan-indicator knippert terwijl het
Aan-/uit-
alarmsignaal klinkt.
status
• De sluimersignaalindicator knippert terwijl de sluimer-
waarschuwing klinkt en gedurende de intervallen van
vijf minuten tussen de signalen.
Het uursignaal in- en uitschakelen
1. Druk in de Alarmsignaalmodus op [D] om het uursignaal
Uursignaal-aan-
(SIG) te selecteren.
indicator
2. Druk op [A] om heen en weer te schakelen tussen aan
(ON) en uit (OFF).
• De Uursignaal-aan-indicator wordt in alle modi weer-
gegeven wanneer deze functie is ingeschakeld.
Aan-/uit-
status
Datum
A L 2
A L 3
A L 4
S N Z
S I G
movi ng t i me for wa rd
Verlichting
Een led (light-emitting diode) verlicht de wijzerplaat zodat deze in het
donker gemakkelijk kan worden afgelezen. De automatische verlich-
ting van het horloge schakelt automatisch in als u het horloge onder
een hoek naar u toe draait.
• De automatische verlichting moet ingeschakeld zijn (aangege-
ven door de aan-indicator voor automatische verlichting) om te
werken.
• Raadpleeg het gedeelte "Voorzorgsmaatregelen verlichting" voor
meer belangrijke informatie over het gebruik van de verlichting.
Aan-indicator voor auto-
matische verlichting
Handmatig de display verlichten
Druk in ongeacht welke modus op [B] om de verlichting in te schakelen.
• Met deze handeling wordt de verlichting ingeschakeld ongeacht de actuele instelling van
de automatische verlichting.
• U kunt met de onderstaande procedure kiezen of de verlichting 1,5 sec. of 3 sec. aanstaat.
Als u op [B] drukt, blijft de verlichting ongeveer 1,5 sec. of 3 sec. aanstaan, al naar gelang
de actuele instelling van de verlichtingsduur.
De verlichtingsduur instellen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [A] ingedrukt totdat de inhoud van
de display gaat knipperen. Dit is de instelmodus.
2. Druk negen keer op [C] om de huidige verlichtingsduur LT1 of LT3
weer te geven.
3. Druk op [D] om de instelling heen en weer te schakelen tussen
LT1 (1,5 seconde) en LT3 (3 seconden).
4. Druk op [A] om de instelmodus te verlaten.
Over de automatische verlichting
Als u de automatische verlichting inschakelt, wordt de wijzerplaat in iedere modus verlicht als
u het horloge in een positie houdt zoals hieronder wordt beschreven.
Als u het horloge in een positie brengt die parallel met de grond is en het dan naar u toe
kantelt onder een hoek van meer dan 40 graden,
gaat de verlichting aan. Draag het
horloge aan de buitenkant van uw pols
Waarschuwing!
• Zorg dat u zich op een veilige plaats bevindt wanneer u de display bekijkt met behulp van
de automatische verlichting. Wees met name voorzichtig bij het hardlopen of als u een
andere activiteit uitvoert die tot een ongeluk of verwonding kan leiden. Wees er ook op
bedacht dat de automatische verlichting niet degenen om u heen laat schrikken of afleidt,
zodra hij aangaat.
• Zorg dat u, wanneer u het horloge draagt, de automatische verlichting uitschakelt voordat
u gaat fietsen, motorrijden of autorijden. Door het plotseling, onbedoeld aangaan van de
verlichting zou u afgeleid kunnen worden, wat een verkeersongeval en ernstig lichamelijk
letsel tot gevolg zou kunnen hebben.
De automatische verlichting in- en uitschakelen
Houd in de Tijdfunctiemodus [B] ongeveer drie seconden ingedrukt om te schakelen tussen
automatische verlichting aan (indicator automatische verlichting weergegeven) en uit (indica-
tor automatische verlichting niet weergegeven).
• Wanneer de automatische verlichting ingeschakeld is, blijft de indicator automatische ver-
lichting in alle modi zichtbaar.
• Om de batterij te sparen wordt de automatische verlichting circa zes uur nadat u deze
hebt ingeschakeld automatisch uitgeschakeld. Herhaal de bovenstaande procedure om de
automatische verlichting weer in te schakelen.
Corrigeren van de thuispositie van wijzers
De snelheids-, uren- en minutenwijzers van het horloge kunnen ontregeld raken wanneer ze
aan sterke magnetische velden worden blootgesteld of ten gevolge van schokken. Het hor-
loge is zo ontworpen dat de snelheids-, uren- en minutenwijzers handmatig kunnen worden
gecorrigeerd.
Thuisposities aanpassen
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [D] ongeveer drie seconden
Snelheidswijzer
2. Controleer de thuispositie van de snelheidswijzer.
Juiste positie van de
snelheidswijzer
Uur- en minutenwijzers
3. Controleer de thuisposities van de uren- en minutenwijzers.
4. Als alles correct is, drukt u op [A] om naar de gewone tijdfunc-
Juiste posities uur- en
minutenwijzer
Detailinformatie
Dit hoofdstuk bevat meer gedetailleerde en technische informatie over de bediening van het
horloge. Het bevat ook belangrijke voorzorgsmaatregelen en opmerkingen over de diverse
kenmerken en functies van dit horloge.
Automatische terugkeerfuncties
• Als u het horloge twee of drie minuten laat staan met een knipperende instelling op de dis-
play zonder een handeling te verrichten, verlaat het horloge automatisch de instelmodus.
• Het horloge keert automatisch naar de Tijdfunctiemodus terug als u gedurende ongeveer
twee of drie minuten geen enkele handeling uitvoert in de Alarmsignaalmodus.
Bewegingen met hoge snelheid
• De [D]- en [B]-knoppen worden in verschillende instellingenmodi gebruikt om de instellin-
gen te wijzigen. In de meeste gevallen heeft het indrukken van deze knoppen beweging op
hoge snelheid tot gevolg.
Als eerste weergegeven schermen
Wanneer u het horloge in de Stopwatchmodus, Wereldtijdmodus of Alarmsignaalmodus zet,
worden de gegevens die u het laatst bekeek bij het verlaten van de modus, als eerste weer-
gegeven.
© CA S I O B e n e l u x B .V. A m s t e l v e e n -
Parallel met
de grond
ingedrukt totdat SUB op de onderste digitale display begint te
knipperen.
• Dit is de modus voor aanpassing van de thuispositie.
• De snelheidswijzer bevindt zich op de juiste thuispositie als
hij naar 50 (9 uur) wijst. Als dat niet het geval is, druk dan
op [D] om de wijzer met de klok mee naar die positie te ver-
plaatsen.
• Druk nadat u hebt geconstateerd dat de snelheidswijzer op
de juiste thuispositie staat op [C].
• De wijzers bevinden zich op de juiste positie als zij naar
12 uur wijzen. Als dat niet het geval is, pas ze dan aan met
behulp van [D] (met de klok mee) en [B] (tegen de klok in).
tie terug te keren.
• Hierdoor bewegen de uren- en minutenwijzers naar de
actuele tijd in de Tijdfunctiemodus en de snelheidswijzer
gaat naar de 0-positie.
• Door op [C] te drukken gaat u terug naar de instelling aan
het begin van stap 2.
W W W. C A S I O . N L
Meer dan 40°