Inhoudsopgave
Advertenties
Instellen van de gewenste temperatuur
Afb. 6: Instellen van de gewenste temperatuur
In de bedrijfsmodi Koelen, Ontvochtigen en Ver-
warmen kan de ingestelde temperatuur met de
toetsen "Pijl omhoog" en "Pijl omlaag" worden
ingesteld. Het instelbereik ligt standaard tussen
17 °C en 30 °C en kan in het servicemenu worden
beperkt.
Ventilatorniveau instellen
Het ventilatorniveau kan in de bedrijfsmodi Koelen,
Verwarmen en Luchtcirculatie worden ingesteld
door op de ventilatortoets te drukken. Hierbij scha-
kelt de afstandsbediening met elke druk van de
toets door de zeven niveaus en de automatische
ventilator. De automatische ventilator past het ven-
tilatortoerental automatisch aan om continu het
beste compromis tussen vermogen en behaaglijk-
heid te verkrijgen.
Afb. 7: Bedieningsschema met zeven ventilatorni-
veaus
F
Instellen van de luchtuitvoerlamellen
De positionering van de lamellen kan met de toets
"Swinglamel" worden aangepast. Hier staan vijf
hoeken en een automatische modus ter beschik-
king waarin de luchtuitvoerlamel zich oscillerend
beweegt. In de automatische modus kan door
opnieuw indrukken van de Swinglamel-toets de
luchtuitvoerlamel op de actuele positie worden
gestopt.
Afb. 8: Bedieningsschema Swinglamel
Luchtfilteralarm resetten
Afb. 9: Luchtfilteralarm
Na het verstrijken van een bepaald aantal
bedrijfsuren, geeft het apparaat een melding voor
de filterreiniging aan. Nadat het filter werd gerei-
nigd, kan de melding worden gereset door 5
seconden lang de toets "Swing-functie" in te
drukken.
In het servicemenu kan de melding worden
gedeactiveerd of kan het tijdinterval worden inge-
steld.
F
11
Advertenties
Inhoudsopgave
