Instellingen
de schakelwaarde schemerschakelaar is onderschreden en ook een bewe-
ging wordt gedetecteerd, schakelt de master-melder de verlichting in.
De nalooptijd kan alleen bij de master-melder worden ingesteld. Daarom
moet de montage op de donkerste plek worden uitgevoerd, bijv. onder een
boom.
Wanneer er beweging wordt gedetecteerd, stuurt de slave-melder om de 30
seconden een AAN-besturingsopdracht naar de master-melder. De mas-
ter-melder schakelt het licht van alle via de DALI-bus gekoppelde DALI-ar-
maturen in resp. de nalooptijd begint opnieuw.
De master-melder leest op DALI-adres 15, de slave-melders schrijven naar
DALI-adres 15. De adressen zijn vastgelegd en kunnen niet worden gewij-
zigd.
Deze functie kan alleen met de afstandsbediening worden geactiveerd.
Zo wordt de verlichting ingeschakeld:
Voorwaarden:
• Het omgevingslicht ligt onder de vooraf ingestelde schakelwaarde
9 De oriëntatieverlichting wordt ingeschakeld, voor zover deze is geac-
• De slave-melder of de master-melder detecteert een beweging
9 De master-melder schakelt de armaturen in
Zo wordt de nalooptijd verlengd:
Voorwaarden:
• De verlichting is ingeschakeld
• Minimaal een van de slave-melders of de master-melder detecteert
9 De nalooptijd begint opnieuw
De functie instellen
Programmeermodus
openen
Op een DALI-groep kunnen parallel maximaal 8 bolderarmaturen met
bewegingsmelder worden aangesloten.
schemerschakelaar
tiveerd
een beweging
Bedieningsstappen
¾ Druk op de toets
9 In de sensorkop brandt de blauwe LED.
9 De verlichting is ingeschakeld.
Gedurende deze tijd reageert de melder niet op
bewegingen.
.
26 / 31
NL