Instellingen
5.3.1 Verlichting in-/uitschakelen
Met de functie
bediening worden geschakeld.
Deze functie is slechts tijdelijk actief. De melder keert terug naar de regel-
modus als er geen beweging in het detectiebereik wordt gedetecteerd en de
vooraf ingestelde nalooptijd is verstreken.
De functie instellen
Armatuur inschakelen ¾ Druk op de toets
Armatuur uitschake-
len
5.3.2 Schemerschakelaar activeren
Met de functie
zigde lichtverhoudingen automatisch geregeld. In deze modus functioneert
de bewegingsmelder als een schemerschakelaar en moet deze van tevoren
als master-melder aangemeld zijn.
De schemerschakelaar kan alleen met de afstandsbediening worden ge-
activeerd. In de fabrieksinstelling is de schakelwaarde schemerschakelaar
vooraf ingesteld op ca. 50 lux.
Bij van donker naar licht gewijzigde lichtverhoudingen start een tijdsvertra-
ging van ca. 5 minuten om herhaaldelijk in- en uitschakelen van de arma-
tuur te voorkomen.
Zo wordt de verlichting ingeschakeld:
Voorwaarde:
• Het omgevingslicht ligt onder de vooraf ingestelde schakelwaarde
Zo wordt de verlichting uitgeschakeld:
Voorwaarde:
• Het omgevingslicht is minstens 5 minuten lang twee keer zo licht als
Verlichting in-/uitschakelen
Bedieningsstappen
9 De armatuur is ingeschakeld.
¾ Druk op de toets
9 De verlichting is uitgeschakeld.
Schemerschakelaar
Hoe u de bewegingsmelder als master-melder aanmeldt, vindt u in
het hoofdstuk Master-/slave-schakeling, pagina 27
schemerschakelaar.
de vooraf ingestelde schakelwaarde schemerschakelaar.
kan de armatuur met de afstands-
.
.
activeren wordt de verlichting bij gewij-
NL
19 / 31