Netwerkinstellingen
2. Selecteer Wi-Fi (aanbevolen).
Als de printer al is verbonden via Ethernet, selecteert u Router.
3. Tik op Start de instelling.
Als de netwerkverbinding al is ingesteld, worden de verbindingsdetails weergegeven. Tik op Instellingen
wijzigen om de instellingen te wijzigen.
Als de printer al is verbonden via Ethernet, tikt u op Wijzig naar Wi-Fi-verbinding. en selecteert u vervolgens
Ja nadat u het bericht hebt gecontroleerd.
4. Selecteer Overige > Instellen met PIN (WPS).
5. Gebruik uw computer om de pincode (acht cijfers) die op het bedieningspaneel van de printer wordt
weergegeven in te voeren in de draadloze router. U hebt hier twee minuten de tijd voor.
Opmerking:
Raadpleeg de documentatie van de draadloze router voor meer informatie over het invoeren van een pincode.
6. Tik op het bedieningspaneel van de printer op Start de instelling.
7. Sluit het scherm.
Het scherm sluit automatisch na een vastgestelde tijd.
Opmerking:
Als de verbinding mislukt, start dan de draadloze router opnieuw, zet hem dichter bij de printer en probeer het nog een
keer. Als het nog steeds niet werkt, druk dan een verbindingsrapport af en controleer de oplossing.
8. Sluit het scherm Netwerkverb.inst..
Gerelateerde informatie
"De status van de netwerkverbinding controleren" op pagina 32
&
"Wanneer u de netwerkinstellingen niet kunt configureren" op pagina 198
&
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (eenvoudig
toegangspunt) configureren
Met deze methode kunt u de printer zonder een draadloze router rechtstreeks verbinden met apparaten. De printer
fungeert zelf als draadloze router.
1. Tik op het startscherm op
2. Selecteer Wi-Fi Direct.
3. Tik op Start de instelling.
Als u Wi-Fi Direct-instellingen (eenvoudig toegangspunt) hebt geconfigureerd, wordt gedetailleerde
verbindingsinformatie weergegeven. Ga naar stap 5.
4. Tik op Start installatie.
>
Wi-Fi-instellingen configureren op de printer
.
>
Verbindingsinstellingen voor Wi-Fi Direct (ee
30