3 Ingebruikname en test
Controleer vóór ingebruikname of de volgende items geleverd of aanwezig zijn:
1 x Onrustmelder v2.0
•
1 x 9V-alkalinebatterij (ANSI: 6LR61)
•
1 x aansluitkabel bedrade alarmuitgang (bij gebruik bedraad alarmeringssysteem)
•
3.1
Batterij
Plaats de 9V-alkalinebatterij in het batterijvak aan de onderzijde van de Onrustmelder; let
hierbij op de juiste polariteit.
Gebruik een goede kwaliteit alkalinebatterij; deze heeft bij maximaal enkele alarmeringen
per etmaal een levensduur van gemiddeld één jaar continubedrijf.
Wanneer de batterij leegraakt, wordt dit gesignaleerd doordat de batterijled 'Batt' bij de
aan/uitschakelaar rood gaat knipperen. Vervang in dit geval de batterij binnen enkele
dagen.
3.2
Inschakelen en testen
Controleer bij gebruik van het draadloze Teleroep-systeem of de ontvanger die bij deze
Onrustmelder hoort is ingeschakeld. Controleer ook of de identificatiecode van de
Onrustmelder overeenkomt met een van de codes die in de Teleroep-ontvanger zijn
ingesteld.
3.2.1
Algemeen
Alarmering is altijd eenmalig. Pas na een reset kan opnieuw alarmering
•
plaatsvinden.
3.2.2
Instellen en testen van de Onrustmelder
Het testen van de Onrustmelder gebeurt als volgt:
Zorg ervoor dat de Onrustmelder uitgeschakeld is.
•
Zet de draaiknop die de gevoeligheid van de Onrustmelder instelt in de stand
•
geheel linksom (de laagste gevoeligheid).
Richt de voorzijde van de Onrustmelder op de bron van het geluid
•
Schakel de Onrustmelder in.
•
De batterijled moet na inschakelen gedurende twee seconden groen oplichten. Tevens zal
de rode ledindicatie eenmalig kort oplichten. Hierna staat de Onrustmelder in stand-by.
Druk de knop Set in en houd deze knop ingedrukt.
•
Draai de regelknop voor de gevoeligheid langzaam rechtsom; produceer hierbij het
•
geluid waarbij alarmering moet plaatsvinden.
Wanneer de rode indicatieled gaat branden, is de instelling bereikt waarbij
•
alarmering zal plaatsvinden. Het ingedrukt houden van de knop voorkomt dat
alarmering plaatsvindt.
Laat de knop Set weer los.
•
Onrustmelder 2.0 – Gebruikershandleiding
Pagina 2