Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
8. Bijlage
8.1 Aansluitvoorbeeld
De getoonde toepassingsvoorbeelden zijn voorstellen. De gebruiker
moet echter de schakeling en de geschiktheid van het product voor de
individuele toepassing controleren.
Het schakelvoorbeeld wordt getoond met gesloten
beschermvoorzieningen en in spanningsloze toestand. Inductieve
verbruikers (externe relais enz.) moeten via een aangepaste schakeling
ontstoord worden. Geen andere verbruikers op de klemmen S..
aansluiten.
AES 2135/2136
Bewaking van een veiligheidsdeur met een magnetische
veiligheidssensor (BNS)
24. . .230V AC/DC
A1
A1
S13
S14
S21
S22
100mA
max.
A2
A2
X3
X4
X5
X6
X7
24. . .230V AC/DC
AES 2135/2136
Legende
A S
Aanrakingsvrij werkende veiligheidssensor
4
L1
Y1
Y2
13
P1 K1
P2
K2
X8
GND
PE
14
K3
K4
N
M
3
8.2 Geïntegreerde systeemdiagnose (ISD)
De LED-aanduiding van de veiligheidsmodules geeft de verschillende
schakeltoestanden en fouten weer. De volgende tabellen verklaren de
schakeltoestanden.
Schakeltoestandstabel:
Diagnose LED
groene LED brandt
gele LED knippert (0,5 Hz) vrijgavecontacten geopend
gele LED knippert (2 Hz)
Bij foutmeldingen brandt de orange LED met korte pauzes. Tijdens
deze pauzes knippert de LED een-tot zevenmaal met korte impulsen.
Tabel foutweergave
Aanduiding (oranje)
Fout
LED
1 impuls
Ingangen S1
4 impulsen
Stoorsignalen aan
de ingangen (geen
veilige evaluatie)
5 impulsen
Niet of beide
relais niet
geactiveerd binnen
een bepaalde
bewakingstijd
6 impulsen
Relais niet
afgevallen bij het
bedienen van de
schakelaar
7 impulsen
Dynamische
bewaking van beide
kanalen
(cross-monitoring)
werkt niet
* Gedeeltelijke bediening: positie van de schakelaar, waarin slechts een contact bediend
werd.
De foutmelding wissen
De foutmelding wordt gewist, als de foutoorzaak geëlimineerd is en de
aangesloten schakelaar bediend werd ter controle van alle functies.
NL
AES 2135
AES 2136
Toestand van het systeem
vrijgavecontacten gesloten
Beschermvoorziening gesloten, maar
geen vrijgave; mogelijke oorzaken:
foutieve bediening (bij het openen
slechts een contact bediend) of
spanningsprobleem
→aanlooptestuitvoeren
Oorzaak
Defecte toevoerkabel,
defecte of foutief
gemonteerde
schakelaar; schakelaar
langer dan 5 s alleen
gedeeltelijk bediend*
Te hoge capacitieve
of inductieve
inkoppelingen op
de kabels van de
schakelaar of de
toevoerkabel van de
spanningstoevoer
Te lage
bedrijfsspanning U
Defect relais
Verkleefd relaiscontact
Fout in een kanaal;
probleem bij de interne
gegevensoverdracht
e;
Advertenties
Inhoudsopgave
