Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Montage; Algemene Montage-Instructies; Afmetingen; Elektrische Aansluiting - schmersal AES 2135 Bedieningshandleiding

Veiligheidsmodule
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule

3. Montage

3.1 Algemene montage-instructies

De bevestiging gebeurt via snelbevestiging voor DIN rails volgens
EN 60715.

3.2 Afmetingen

Afmetingen component (H/B/D): 100 x 45 x 121 mm

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
Schakelvoorbeelden zie bijlage
Om EMC invloeden te vermijden moeten de natuurkundige
omgevings- en bedrijfsvoorwaarden ter plaatse van
de inbouw van het product voldoen aan de paragraaf
"Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC)" van IEC 60204-1.

5. Werkingsprincipe en instellingen

5.1 Werkingsprincipe na het inschakelen van de bedrijfsspanning

Zonder aanlooptest AES 2135
1. De functie van de veiligheidsmodule wordt gecontroleerd.
2. Wordt de beschermvoorziening gesloten of de noodstopknop
ontgrendeld, dan sluiten de vrijgavecontacten van de veiligheidsmodule.
De groene LED brandt.
3. De kabel en de aangesloten veiligheidsschakelaar worden pas bij
het openen van de beschermvoorziening of, zodra de noodstopknop
wordt bediend, gecontroleerd.
Met aanlooptest AES 2136
1. De functie van de veiligheidsmodule wordt gecontroleerd.
2. De beschermvoorziening of de noodstopknop moet bediend zijn om
de kabels en de aangesloten veiligheidsschakelaar te controleren
(aanlooptest).
3. Wordt de beschermvoorziening gesloten of de noodstopknop
ontgrendeld, dan sluiten de vrijgavecontacten van de
veiligheidsmodule.
De groene LED brandt.
Wordt de beschermvoorziening geopend of de noodstopknop bediend,
dan openen de vrijgavecontacten van de veiligheidsmodule. De
machine stopt en de gele LED knippert.
Ingangen S14/S22
Veiligheidsschakelaar met telkens een verbreekcontact en een
maakcontact of twee veiligheidsschakelaars met elk een contact of
noodstopknop aan ingang S14/S22 aansluiten.
Veiligheidsschakelaar met twee verbreekcontacten X3/X4
Bij veiligheidsschakelaars met twee verbreekcontacten moet een brug
tussen X3 en X4 vorozien worden. De dwarssluitingsherkenning valt
hierbij weg.
Omschakelen van de uitgangsfunctie X5/X6
Door het realiseren van een brug tussen X5 en X6 kan de
uitgangsfunctie van de bijkomende uitgangen gewijzigd worden.
Deze aansturing kan eveneens uitgevoerd worden als bijv. een PLC
(24 VDC aan klem X6) actief is.
Tijdvertraging X7/X8
Door het overbruggen van de aansluitingen X7/X8 kan de tijdvertraging
(tijd waarin een contact van de schakelaar of de volledige deur zonder
foutmelding kan natrillen nadat de deur de eerste keer gesloten wordt)
verlengd worden van 0,1 s tot 1 s. De tijdvertraging is tegelijkertijd de
tijd, die verstrijkt tussen het sluiten van de deur en het inschakelen van
de relais.
Uitgangen
Vrijgavecontacten 13-14: Maakcontacten voor veiligheidsfuncties
Bijkomende uitgangen Y1/Y2
zonder brug (X5/X6): Y1: aanduiding "vrijgave"
Y2: aanduiding "geen vrijgave"
met brug (X5/X6):
Y1: aanduiding "deur geopend"
Y2: aanduiding "fout"
De bijkomende uitgangen Y1 en Y2 mogen niet in het veiligheidscircuit
geïntegreerd worden; zij mogen uitsluitend voor signaleringsdoeleinden
gebruikt worden.

6. Gebruik en onderhoud

6.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging van de veiligheidsmodule
2. De toevoerkabel dient intact te zijn

6.2 Onderhoud

Bij een correcte installatie en doelmatig gebruik vereist de
veiligheidsmodule geen onderhoud.
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
• Bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
• Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

7. Demontage en afvalverwijdering

7.1 Demontage

De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

7.2 Afvalverwijdering

De veiligheidsmodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
AES 2135
AES 2136
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Aes 2136Aes 2335Aes 2336Aes 2535Aes 2536

Inhoudsopgave