Functie
Beeldmodus
Referentiemodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Brilliant Color
Kleurtemperat-
uur
Kleurtemp. fijn
afstellen
3D-kleurbeheer
Beeldinstellingen
herstellen
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie
beeldmodus selecteren" op pagina 30
Hiermee selecteert u een beeldmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis
van de selecties onder aan dezelfde pagina. Zie
Gebruikersmodus 1/Gebruikersmodus 2 modus instellen" op pagina
30
voor details.
Past de helderheid van het beeld aan. Zie
Helderheid" op pagina 31
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in.
Zie
"Aanpassen van Contrast" op pagina 31
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de
sterkte van elke kleur in een videobeeld. Zie
op pagina 31
voor details.
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component
videosignaal is geselecteerd.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan.
Zie
"Aanpassen van Tint" op pagina 31
Deze functie is alleen beschikbaar als een video- of S-videosignaal is
geselecteerd en de systeemindeling NTSC is.
Maakt het beeld scherper of onscherper. Zie
Scherpte" op pagina 31
Deze functie is alleen beschikbaar als een video-, S-video- of Component
videosignaal is geselecteerd.
Zie
"Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 31
Zie
"Een Kleurtemperatuur selecteren" op pagina 31
Zie
"Een voorkeurskleurtemperatuur instellen" op pagina 32
details.
Zie
"3D-kleurbeheer" op pagina 32
Zie
"Huidige of alle beeldmodi opnieuw instellen" op pagina 33
details.
Beschrijving
voor details.
"Aanpassen van
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
voor details.
"Een
"De
"Aanpassen van Kleur"
"Aanpassen van
voor details.
voor details.
voor
voor
Bediening
45