NF/NM -4/8 Installatie en gebruikers handleiding
16 De ALARMMELDING
Normaal - In normale toestand mag er enkel een indiactie
van "VOEDING OK" oplichten. Er is verder ook geen
akoestische indicatie
ALARM - Als er een alarm optreedt, dan wordt de rode
led ALARM (continu) samen met de rode led van de
betreffende zone (pulserend) aangestuurd.
De transmissieuitgang, sirenes en eventueel een blussturing
worden bij een alarm geactiveerd, tenzij ze buiten dienst
stonden. De rode led "TRANSMISSIE GEACTIVEERD" licht
op. Als er een terugmelding voorzien wordt, dan dooft
voorgaande led en de led "TX UITGEVOERD" licht op.
Nota: Als de transmissie geactiveerd wordt, dan kan dit
enkel door RESET ongedaan gemaakt worden.
De interne buzzer wordt pulserend aangestuurd en de
sirenes worden aangestuurd. Door op "BUZZER UIT" te
drukken wordt de zoemer uitgeschakeld, gaat de rode zoneled
continu branden en wordt het alarm in feite geaccepteerd
(DAG mode).
Het draaien van de sleutel naar de middenpositie stopt
eveneens de zoemer, en onderbreekt eventueel de
blussturing.
BUITEN DIENST STELLEN SIRENES - De externe
sirenes kunnen gestopt worden door de sleutel naar de
onderste positie "SIRENE AAN / UIT" te draaien. De led
"SIRENE UIT/STORING" zal oplichten bij het buiten dienst
stellen van de sirenes.
Iedere keer we de sleutel van en naar deze positie
bewegen worden de sirenes in dienst of opnieuw buiten
dienst gesteld.
Reset
Opgelet : Het drukken op deze toets heeft geen zin als
de oorzaak van het alarm niet opgelost werd. Een
detector in alarm kan herkend worden door zijn rode
led die bij alarm oplicht.
Om te resetten plaatsen we de sleutel in het midden en
drukken kortstondig op RESET. Als er nog een detector in
alarm was, of een glaasje gebroken komt het alarm
onmiddellijk terug. In dat geval raden we aan de zoemer en
de sirenes te stoppen (geen RESET) om daarna de oorzaak
van het alarm weg te nemen. Als dit niet onmiddellijk kan,
dan kan eventueel de zone buiten dienst gesteld worden tot
er een oplossing is.
Evacuatie - De enige oplossing voor het uitvoeren van een
evacuatie is het indrukken van een handmelder of
sleutelschakelaar.
Nota : De sirenes worden niet geactiveerd als ze buiten
dienst stonden. (zie hierboven "Buiten dienst stellen sirenes")
Na een alarm - Na een succesvolle RESET, mag er enkel
nog het groene lampje "VOEDING OK" oplichten. De sleutel
moet in de positie NORMAAL staan en de sirenes mogen
niet buiten dienst staan. Vermeld event in LOGBOEK.
20
Version V0203