4. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de DMX kanaalmodus te selecteren.
Voor de 3-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.03" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 3-kanaal modus.
Voor de 5-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.05" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 5-kanaal modus.
Voor de 6-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.06" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 6-kanaal modus.
Voor de 7-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.07" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 7-kanaal modus.
Voor de 8-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.08" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 8-kanaal modus.
Voor de 9-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.09" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 9-kanaal modus.
9-kanaal modus kan alleen bediend worden met Kling-Net.
Voor de 11-kanaal modus. Druk op de MODE toets totdat "Ch.11" in het display
verschijnt. Dit is de adressering voor de 11-kanaal modus.
5. Zie pagina 13-17 voor DMX waarden en kenmerken.
6. Na het instellen van een DMX kanaal modus kan het apparaat via de XLR
aansluitingen worden aangesloten op een DMX controller.
DEFAULT RUNNING MODUS (FABRIEKSINSTELLINGEN):
Met deze functie worden alle eerder gemaakte instellingen teruggebracht naar de
fabrieksinstellingen en wordt een automatisch programma geactiveerd.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets en de
SET UP toets tegelijkertijd in.
ADJ RFC:
Met deze functie kan de ADJ RFC (radiografische afstandsbediening) aan- of uitgeschakeld
worden. Als deze functie is geactiveerd kunnen de functies van het apparaat via de ADJ
RFC bediend worden. Zie hiervoor de uitgebreide beschrijving van de functies op pagina 12.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"auto" in het display verschijnt.
2. Druk op de SET UP toets totdat "rF.XX" in het display verschijnt. "XX"
vertegenwoordigt "on" of "oF".
3. Druk op de UP of DOWN toetsen om de afstandsbediening te activeren (On) of uit te
schakelen (Off).
INSTELLING DIMMER CURVE:
Met deze functie wordt de dimmer curve geselecteerd in DMX modus. Zie pagina 26 voor
een beschrijving van de verschillende dimming curves.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk zo vaak op de MODE toets
totdat het DMX adres wordt weergegeven.
2. Druk op de SET UP toets totdat "dr-X" in het display verschijnt. Dit is de instelling van
de dimmer. "X" vertegenwoordigt een nummer tussen 1 – 4.
3. Er kan uit 4 dimmer curve instellingen gekozen worden. Zie de dimmer curve tabel op
pagina 19.
Ultra Bar 6
MASTER/SLAVE BEDIENING:
Met deze functie kunnen apparaten met elkaar verbonden worden en zonder controller
functioneren. De apparaten reageren op geluid. In de Master/Slave functie stuurt een
apparaat het programma aan en de andere apparaten reageren hierop. Elk willekeurig
©American DJ® -
www.americandj.eu
– Ultra Bar 6 – Gebruikershandleiding pagina 11
Master/Slave configuratie