worden ingesteld tussen "FS.00" en "FS.15" waarbij "FS.00" geen flash rate is
en "FS.15" de hoogste flash rate is.
•
PROGRAMMA 21 & 22 – Indien na het instellen van de flash rate wordt
gekozen voor programma 21 of 22 dient de SET UP toets te worden
ingedrukt. "C1.XX" verschijnt in het display. Dit is de basiskleur, gebruik de UP
en DOWN toetsen om door de 7 kleuren te scrollen. Druk na het kiezen van
de basiskleur op de SET UP toets. "C2.XX" verschijnt in het display. Dit is de
moving color instelling. Gebruik de UP en DOWN toetsen om door de 7
kleuren te scrollen.
SOUND ACTIVE MODE:
In de sound active modus reageert de Ultra Bar 6 op de beat van de muziek en doorloopt de
verschillende kleuren.
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"SU.XX" in het display verschijnt. "XX" vertegenwoordigt het niveau van de
geluidsgevoeligheid.
2. Door op de UP of DOWN toetsen te drukken kan het niveau van de
geluidsgevoeligheid worden aangepast. De geluidsgevoeligheid kan worden
aangepast van "SU.00" tot "SU.31" waarbij "SU.00" geen geluidsgevoeligheid is,
"SU.01" de laagste gevoeligheid is en "SU.31" de hoogste gevoeligheid is. Druk op
SET UP toets om naar de flash modus te gaan.
3. "FS.XX" verschijnt in het display. Dit is de flash modus. De flash rate kan worden
ingesteld tussen "FS.00"(geen flash) en "FS.15" (snelste flash).
AUTO MODE:
1. Sluit het apparaat aan op de stroomvoorziening en druk op de MODE toets totdat
"AUTO" in het display verschijnt.
2. Druk na het activeren van de auto run modus op de SET UP toets om de fade tijd in
te stellen.
3. "Fd.XX"" verschijnt in het display. Gebruik de UP en DOWN toetsen om de fade tijd in
te stellen. "Fd.00" (geen fade tijd), "Fd.01" (snelste fade tijd) of "Fd.99" (traagste fade
tijd). Druk na het instellen van de fade tijd op de SET UP toets.
4. "FS.XX" verschijnt in het display. Dit is de flash modus. De flash kan worden ingesteld
tussen "FS.00" (geen flash) en "FS.15" (snelste flash).
DMX MODUS:
Met deze functie kan een universele Elation® DMX-512 controller worden gebruikt om alle
afzonderlijke functies te bedienen. Met de DMX controller kunnen unieke, op ieders
persoonlijke wensen toegesneden programma's worden gecreëerd. Met deze functie kan de
Ultra Bar 6 ook als een spot worden gebruikt. De Ultra Bar 6 heeft 7 DMX modi: 3-kanaal
modus, 5-kanaal modus, 6-kanaal modus, 7-kanaal modus, 8-kanaal modus, 9-kanaal
modus, en een 11-kanaal DMX modus. Zie de tabellen op pagina 13-18 voor gedetailleerde
beschrijving van de DMX kenmerken.
1. Met deze functie kan een universele DMX-512 zoals een Elation® Show Designer™
of een Elation® DMX Operator™ worden gebruikt om alle afzonderlijke functies te
bewerken.
2. Volg de installatieprocedure van pagina 6 - 8 voor het gebruik van het apparaat in de
DMX modus. Volg tevens de installatieprocedure volgens de specificaties van de
DMX controller. Sluit het apparaat via de XLR connector aan op een universele DMX
512 controller.
3. Druk op de MODE toets totdat "d.XXX" in het display verschijnt. Gebruik de UP of
DOWN toetsen om de gewenste DMX adres in te stellen. Druk de SET UP toets om
de gewenste DMX modus te selecteren.
©American DJ® -
www.americandj.eu
– Ultra Bar 6 – Gebruikershandleiding pagina 10