Apparaat inschakelen
Nadat het apparaat, zoals in het hoofdstuk montage en in
gebruik nemen is beschreven klaar voor gebruik is opgesteld,
kan het worden ingeschakeld:
1. Druk op de toets On / Off (26) op het apparaat.
ð Er klinkt een toonsignaal.
ð Het apparaat start automatisch.
ð Het apparaat start in de bedrijfsmodus ventilatie. De
LED Ventilatorsnelheid (16) van niveau 1 en de LED
ventilatie (17) branden.
Bedrijfsmodus instellen
Het apparaat beschikt over de volgende bedrijfsmodi:
• Luchtkoeling
• Ventilatie
• Luchtverfrissing
• Nachtmodus
Luchtkoeling
De bedrijfsmodus Luchtkoeling kan bij alle bedrijfsmodi tegelijk
worden ingeschakeld.
Bij de bedrijfsmodus Luchtkoeling wordt de pomp ingeschakeld
en het water via het verdampingsfilter verdeeld, om de
circulerende lucht met water te koelen. In de bedrijfsmodus
luchtkoeling wordt de lucht tegelijkertijd bevochtigd.
Ga als volgt te werk, voor het inschakelen van de Luchtkoeling:
ü Het waterreservoir (7) bevat water, minimaal tot de
minimale watervulgrens.
1. Druk op de toets Luchtkoeling (23).
ð De LED Luchtkoeling (18) brandt.
ð De pomp start.
2. Druk op de toets Speed (25), voor het instellen van de
gewenste ventilatorsnelheid.
ð De betreffende LED Ventilatorsnelheid (16) brandt.
3. Druk opnieuw op de toets Luchtkoeling (23), als u de
luchtkoeling wilt uitschakelen.
ð De LED Luchtkoeling (18) gaat uit.
ð Het apparaat werkt verder in de eerder ingestelde
bedrijfsmodus met ingeschakelde pomp.
Info
De LED luchtkoeling (18) knippert 5 seconden als het
waterreservoir leeg is. Het waterreservoir bijvullen,
zoals is beschreven bij Waterreservoir vullen.
Let op
Tijdens de bedrijfsmodus Luchtkoeling mogen het
lucht- en verdampingsfilter niet worden verwijderd,
omdat anders het water uit het filter binnenin het
apparaat druppelt.
NL
Ventilatie
In de bedrijfsmodus Ventilatie kunnen alle 3 snelheidsniveaus
handmatig worden geselecteerd.
Ga als volgt te werk, voor het instellen van de Ventilatie:
1. Druk op de toets Mode (25), tot de LED
Ventilatorsnelheid (16) brandt.
2. Druk op de toets Speed (25), voor het instellen van de
gewenste ventilatorsnelheid.
ð De betreffende LED Ventilatorsnelheid (16) brandt.
Luchtverfrissing
In de bedrijfsmodus Luchtverfrissing ontstaat een toe- en
afnemende ventilatorsnelheid, voor een aangename, natuurlijke
luchtstroom.
Ga als volgt te werk, voor het instellen van de Luchtverfrissing;
1. Druk op de toets Mode (24), tot de LED
Luchtverfrissing (17) brandt.
ð De niveaus van de ventilatorsnelheden wisselen
automatisch.
ð De betreffende LED's Ventilatorsnelheid (16) branden
afwisselend.
Nachtmodus
Het apparaat werkt in de nachtmodus met een vooringesteld
programma met verschillende ventilatorsnelheden, om te
zorgen voor een aan de slaapbehoefte aangepaste luchtstroom.
De nachtmodus kan in combinatie met de 3 ventilatorsnelheden
en de Luchtkoeling worden ingeschakeld.
1. Druk op de toets Mode (24), tot de LED Sleep (17) brandt.
2. Druk op de toets Speed (25), voor het instellen van de
gewenste ventilatorsnelheid.
ð De betreffende LED Ventilatorsnelheid (16) brandt.
ð Ventilatorsnelheid 1: Het apparaat werkt permanent met
ventilatorsnelheid 1.
ð Ventilatorsnelheid 2: Het apparaat werkt met
ventilatorsnelheid 2 en schakelt na 30 minuten om naar
ventilatorsnelheid 1.
ð Ventilatorsnelheid 3: Het apparaat werkt met
ventilatorsnelheid 3 en schakelt na 30 minuten om naar
ventilatorsnelheid 2. Na nog eens 30 minuten schakelt
het apparaat naar de ventilatorsnelheid 1.
Info
Activeert u de Luchtkoeling in de nachtmodus, klinkt
ook hierbij een alarmsignaal bij een leeg
waterreservoir.
Timer instellen
Deze functie kan bij alle bedrijfsmodi worden ingesteld.
Het aantal uren kan worden ingesteld op 1 uur, 2 uur, 4 uur en
8 uur.
luchtkoeler PAE 31
9