Bediening
• Vermijd open deuren en ramen.
Bedieningselementen
17
18
19
20
TIMER
FAN
UP
31
30
Nr.
Aanduiding
Toets TIMER
17
Toets FAN
18
19
Toets waarde verhogen
UP
Indicatie nachtmodus
20
Indicatie bedrijfsmodus
21
Koeling en Ventilatie
Indicatie swing-functie
22
Toets waarde verlagen
23
DOWN
24
Zender/ontvanger
afstandsbediening
25
Toets POWER
26
Toets MODE
27
Indicatie
ventilatorsnelheid
28
Indicatie bedrijfsmodus
Ontvochtiging
Segmentweergave
29
Indicatie Automatische
30
ontdooiing
Indicatie TIMER
31
10
21 22
23
24
25
DOWN
MODE
POWER
29
28
27
26
Betekenis
Timer-functie in- of uitschakelen:
1 tot 24 uur in stappen van 1 uur
Ventilatorsnelheid instellen in 3
standen:
hoog, middelmatig en laag
Doeltemperatuur voor koeling
verhogen: Waardenbereik van 16 °C tot
30 °C
Aantal uren voor de timer verhogen:
1 tot 24 uur in stappen van 1 uur
Nachtmodus actief
Bedrijfsmodus Koeling of Ventilatie
actief
Swing-functie actief
Bediening via afstandsbediening, toets
SWING (34)
Doeltemperatuur voor koeling verlagen:
Waardenbereik van 16 °C tot 30 °C
Aantal uren voor de timer verlagen:
1 tot 24 uur in stappen van 1 uur
Communicatie tussen apparaat en
afstandsbediening
Aan-/uit-toets:
Apparaat in-, resp. uitschakelen
Keuzetoets voor de bedrijfsmodus
Laag =
Middelmatig =
Hoog =
Bedrijfsmodus Ontvochtiging actief
Weergave van de actuele
ruimtetemperatuur
Weergave van de gewenste
temperatuur bij het instellen van de
doeltemperatuur
Indicatie van de timer
Indicatie van de foutcode
Automatische ontdooiing actief
Timer-functie actief
Apparaat inschakelen
1. Laat het apparaat enige tijd stilstaan.
2. Nadat het apparaat klaar voor gebruik is opgesteld, zoals
in hoofdstuk in gebruik nemen is beschreven, kan het
worden ingeschakeld.
3. Druk op de toets POWER (25).
ð Het apparaat wordt ingeschakeld.
4. Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Het apparaat wordt automatisch uitgeschakeld als het
condensreservoir vol is. In de segmentweergave (29) verschijnt
FL en klinkt een akoestisch signaal.
Koeling
In de bedrijfsmodus Koeling wordt de ruimte afgekoeld tot een
vooringestelde temperatuur.
De ventilatorsnelheid kan naar wens worden ingesteld, zie
hoofdstuk ventilatie.
1. Druk meerdere keren op de toets MODE (26), tot de
indicatie bedrijfsmodus Koeling (21) verschijnt op het
display.
2. Druk op de toets UP (19) voor het verhogen of de toets
DOWN voor het verlagen (23) van de temperatuur, voor het
instellen van de gewenste doeltemperstuur.
ð De doeltemperatuur wordt op de segmentweergave (29)
weergegeven.
Ontvochtiging
In de bedrijfsmodus Ontvochtiging wordt de luchtvochtigheid in
de ruimte verlaagd.
De temperatuur kan niet worden versteld en de ventilatie draait
met de laagste snelheid.
Wordt het apparaat gedurende een langere periode gebruikt of
als u de tank niet continu wilt legen, bestaat de mogelijkheid
een condensafvoerslang op de slangaansluiting aan te sluiten.
Opmerking:
De compressor start pas bij een ruimtetemperatuur van ≥ 15
°C.
1. Druk meerdere keren op de toets MODE (26), tot de
indicatie bedrijfsmodus Ontvochtiging (28) verschijnt op
het display.
ð De actuele ruimtetemperatuur wordt op de
segmentweergave (29) weergegeven.
Info
Wordt het apparaat gebruikt in een zeer vochtige
omgeving, moet het ontstane condens regelmatig
worden geleegd (zie hoofdstuk condensreservoir
legen).
Ventilatie
In de bedrijfsmodus Ventilatie circuleert de ruimtelucht en vindt
geen koeling, resp. ontvochtiging plaats.
lokale airconditioner PAC 3500 E
NL