Gebruik
Het geluid van een kanaal bewerken
De kanaalbewerkingsfuncties bieden toegang tot instellingen die van invloed zijn op geselecteerde kanalen.
De kanaalbewerkingsfuncties zijn Pan/Aux, Tuner, ToneMatch®, zEQ, Para EQ, Comp/Gate, Mod, Delay en Reverb.
Ga als volgt te werk als u een kanaal wilt bewerken:
1.
Druk op de knop CH Edit 1, 2, 3, 4, (T4S en T8S) 5, 6, 7 of 8 (alleen T8S). Het geselecteerde kanaal wordt
weergegeven in de linkerbovenhoek van de display.
2.
Gebruik de draaiknop om een van de CH Edit-functies selecteren.
3.
Wijzig de instellingen van de functie zoals hierna aangegeven.
Opmerking: U kunt slechts een kanaal tegelijk bewerken. Als u op een CH Edit-knop drukt, kunt u alleen het
geselecteerde kanaal bewerken.
De Pan/Aux-functies gebruiken
Gebruik de Pan/Aux-functie om audio naar de hoofduitgangen L of R, Aux-regelingsingang of Aux send te sturen.
Pan gebruiken
Gebruik de Pan-regelaar om elk kanaal naar de bijbehorende ruimte in een stereomix te sturen.
1.
Druk op of draai aan de linkerbewerkingsregelaar en selecteer Pan in het menu.
Draai aan de Pan-regelaar om de lijnuitgang aan te passen van L naar R.
2.
Aux-ingang 5/6 (9/10)
Gebruik Aux-ingang 5/6 (9/10) om een lijnstereobron aan te sluiten, zoals een mobiel apparaat.
1.
Druk op of draai aan de linkerregelaar en selecteer Aux In 5/6 in het menu.
Draai aan de regelaars 5 Lvl of 6 Lvl om het signaalniveau van kanaal 5 of kanaal 6 aan te passen.
2.
3.
Druk op 5 Lvl om te wisselen naar 5 Pan en druk op de regelaar 6 Lvl om te wisselen naar 6 Pan. Draai aan de
Pan-regelaar om de Pan aan te passen van L naar R.
20 - Nederlands
Ch 1
Pan
Menu
Pan
Pan
Ch 1
Aux Input 5/6
5 Lvl
6 Pan
Menu
5 Pan
6 Lvl
Aux In
50%