Verzenden van faxen > Methodes voor het opgeven van een bestemming
Methodes voor het opgeven van een bestemming
Opgeven van het bestemmingfaxnummer met de cijfertoetsen
De procedure voor het invoeren van een bestemmingsfaxnummer met de cijfertoetsen wordt hieronder uitgelegd.
OPMERKING
Als Invoer nieuwe bestemming (fax) is ingesteld op [Verbieden], dan kan niet direct een faxnummer worden
ingevoerd.
Selecteer de bestemming uit het adresboek of met de snelkiestoets.
Raadpleeg de Engelse FAX gebruikershandleiding.
1
2
Geef het scherm voor het invoeren van faxnummers weer.
Druk op [bestemm.].
OPMERKING
Door het nummer in te toetsen met de cijfertoetsen wordt het scherm gewijzigd in het
scherm voor het invoeren van faxnummers.
Voer het faxnummer van het ontvangstsysteem in.
OPMERKING
Er kunnen tot 64 cijfers worden ingevoerd.
Gebruik de cijfertoetsen om een nummer in te voeren.
Toets
Pauze
Door deze toets in te drukken wordt een wachttijd van ongeveer 3 seconden
ingelast tijdens het kiezen van het nummer. Als u bijvoorbeeld het
ontvangstsysteem opbelt vanaf een externe lijn, dan kunt u deze methode
gebruiken om een pauze in te lassen voor het kiezen van het nummer
verdergaat nadat u een bepaald nummer belt..
Spatie
Bij de invoer van het bestemmingsnummer is mogelijk om halve breedte spaties
in te voegen.
Dit is handig bij het controleren of het bestemmingsnummer correct is ingevoerd.
< >
Verplaatsen van de cursor.
Backspace
Druk om een faxnummer te corrigeren op [Backspace] op het aanraakscherm
en verwijder de cijfers één voor één voor u het faxnummer opnieuw invoert. Om
het nummer volledig te wissen, druk op de [Wissen]-toets op het
bedieningspaneel.
Beschrijving
3-7