j) Groep van gebruikerstransponders programmeren
In hoofdstuk 9. i) is beschreven hoe u bij gebruikswijze 1 een afzonderlijke transponder (zonder
invoer van een gebruikerscodes) kunt programmeren. Als u echter een groter aantal transpon-
ders wilt programmeren (bijv. 50 transponders voor veel medewerkers met toegangsbevoegd-
heid), dan biedt het codeslot daarvoor een speciale functie.
Er kan bij de programmeerprocedure geen gebruikerscode worden ingevoerd. Deze
functie kan ook alleen voor gebruikswijze 1 worden toegepast (activering van de uit-
gang uitsluitend via transponder).
Ga als volgt te werk:
• Activeer de programmeermodus, zie hoofdstuk 9. a).
• Voer de programmeercode
• Voer
in. Het codeslot geeft een lange toon af en de controle-led licht constant geel op.
• Voer een geheugennummer in, waarop de transponder moet worden opgeslagen (
is mogelijk). Het codeslot geeft een lange toon af.
Voorbeeld:
Als u bijv. 50 transponders wilt programmeren en u als beginnummer het geheugen-
nummer
geheugens
Let erop dat alle geheugens leeg zijn.
• Voer het aantal transponders in, dat u achter elkaar wilt programmeren.
Het aantal moet altijd als een 3-cijferige getal worden ingevoerd.
Voorbeeld: 50 transponders programmeren = invoer
• Als de programmeerprocedure wordt afgebroken, druk dan kort op de toets
• Houd nu de eerste transponder voor het codeslot. Het codeslot geeft een korte toon af, als
de transponder wordt herkend. Er is vervolgens een lange toon hoorbaar; de transponder
werd geprogrammeerd.
Ga vervolgens voor alle volgende te programmeren transponders net zo te werk.
• Als alle transponder zijn geprogrammeerd, druk dan kort op de toets
meermodus te verlaten. De controle-led licht constant rood op.
20
in. De controle-led knippert geel.
invoert, dan worden de 50 transponders achter elkaar in de 50
tot
geprogrammeerd.
.....
.
om de program-