Download Print deze pagina

Afsluitende Werkzaamheden; Ultrasone Rf 303 Warmte En/Of Koudemeter - techem Ultrasone RF 303 Gebruikshandleiding

Warmte en/of koudemeter

Advertenties

Afsluitende werkzaamheden

Gebruik loodzegels voor de koppelingen en beide
temperatuursensoren – inclusief degene die in de fabriek
geplaatst zijn.
Gebruik de bijgeleverde plakzegels om het rekenwerk
boven- en onderdeel met elkaar te verzegelen – bij
voorkeur op het gladde gedeelte van het bovendeel.
Ultrasone RF 303 Warmte
en/of koudemeter
Dit hoofdstuk beschrijft alleen de eigenschappen en
functionaliteiten van de koudemeter die afwijken van die van
de warmtemeter.
Koudemeter type goedkeuring
Wij bevestigen dat deze meters zijn geproduceerd volgens
de Duitse Physikalisch-Technische Bundesanstalt (PTB) en
het Oostenrijkse Bundesambt fur Eich- und
Vermessungswesen (BEV) typegoedkeuring en mogen
worden gebruikt volgens het IJkwezen van de
bondsrepubliek Duitsland en in Oostenrijk.
Bedrijfsomstandigheden/meetbereik
Rekenwerk
Θ 2 °C...150 °C
∆Θ 3 K...85 K
Debietmeter
Θ q 2 °C...130 °C
∆Θ 3 K...85 K
Alternatief temperatuur bereik
Θ 2 °C...130 °C
∆Θ 3 K...110 K
Θ 2 °C...50 °C
∆Θ 3 K...30 K
Omgevingstemperatuur: 5...55 °C
De meter is ook beschikbaar als gecombineerde
De meter is ook beschikbaar als gecombineerde
warmte koude meter met een temperatuurbereik van
warmte koude meter met een temperatuurbereik van
2 °C...150 °C, echter als warmtemeter met MID
2 °C...150 °C, echter als warmtemeter met MID
toelating.
toelating.
Installatie-instructies
voor de debietmeter / rekenwerk van de
koudemeter
Als regel geldt dat het rekenwerk gescheiden van de
debietmeter geïnstalleerd dient te worden. Dit zorgt ervoor
dat de temperatuur niet onder het dauwpunt komt.
Uitzondering
In systemen waarbij de temperatuur van het medium bij de
debietmeter minder is dan 5° onder de
omgevingstemperatuur, dan mag het rekenwerk ook op de
debietmeter geplaatst worden.
• Installeer de debietmeter in de retourleiding.
• De debietmeter dient na installatie goed geïsoleerd te
worden. Deze isolatie dient iedere keer aangelegd te
worden als de meter wordt vervangen.
• Meters voor Glycol-water toepassingen kunnen niet
worden gekalibreerd.
• Leg de kabels van de debietmeter en de
temperatuursensoren naar het rekenwerk met een
druppel lus – dit voorkomt dat condenswater in het
rekenwerk komt.
• De debietmeter mag tot 45° gedraaid worden ten opzichte
van de horizontale as.
• De behuizing mag niet naar boven of onder gericht
gemonteerd worden.
• Het rekenwerk mag alleen als volgt gemonteerd worden:
– verticaal,
– hellend (in een hoek tussen verticaal en horizontaal),
– horizontaal.
Daarbij dient de sensorkabel altijd van onder af te
komen. – Op deze manier kan hij fungeren als druiprand.
Installatie-instructies
voor de temperatuursensoren van de koudemeter
In principe gelden de zelfde regels voor de koudemeter als
voor de warmtemeter (zie pagina 12). – Wel dienen de
temperatuursensoren allen van onderaf gemonteerd te
worden.
Displays / bediening
Druk op de drukknop om het scherm te activeren. Door
opnieuw op de drukknop te drukken schakelt u door naar het
volgende scherm.
Vier minuten na de laatste druk op de drukknop gaat de
meter automatisch terug naar het scherm voor gebruikte
energie.
De verschillende schermen van warmtemeters, warmte/
koudemeters en koudemeters worden getoond op de
volgende pagina.

Advertenties

loading