Inbedrijfname
31
Functietest met testmagneet
8.3
Inschakelen van het instrument
Gedurende de opstartperiode, is de uitgang van het instrument in de veilige status of in de
alarmstatus indien beschikbaar:
• Voor de elektronicamodule FEL61 geldt, dat de uitgang zich in correcte toestand zal
bevinden, maximaal 4 s na opstarten van het instrument.
• Voor de elektronicamodules FEL62, FEL64, FEL64DC geldt, dat de uitgang zich in correcte
toestand zal bevinden, maximaal 3 s na opstarten van het instrument.
• Voor elektronicamodules FEL68 NAMUR en FEL67 PFM, wordt een functietest altijd
uitgevoerd na het opstarten. De uitgang is in correcte toestand na maximaal 10 s.
36
Liquiphant FTL51B
A0033419
Endress+Hauser