Een referentiehoogtewaarde opgeven
1. Houd in de Hoogtemetermodus [E] ingedrukt totdat de
actuele referentiehoogte begint te knipperen. Dit is het
instelscherm.
•
Voordat de referentiehoogtewaarde begint te knipperen,
verschijnt de mededeling
SET Hold op de display.
Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt.
2. Gebruik [A] (+) en [C] (-) om de actuele waarde van de refe-
rentiehoogte met 5 meter te wijzigen.
•
Geef een referentiehoogtewaarde op op basis van nauwkeurige gegevens over uw actuele
positie, bijvoorbeeld van een kaart.
•
De referentiehoogte jaar kan worden ingesteld binnen een bereik van -10.000 tot 10.000
meter.
•
Door [A] en [C] tegelijk in te drukken keert u terug naar
waarde). Het horloge verricht dan luchtdruk-naar-hoogte-conversie op basis van louter de
presetgegevens.
3. Druk op [E] om het instelscherm te verlaten.
Soorten Hoogtegegevens
Het geheugen van het horloge kan twee soorten hoogtegegevens bevatten: handmatige
meet-records en automatisch opgeslagen waarden (minimum, maximum, verticale stijging,
verticale daling).
•
Gebruik de Modus gegevens uit geheugen oproepen om de in het geheugen opgeslagen
gegevens te bekijken. Raadpleeg "Hoogte-records bekijken" voor details.
Handmatige meet-records
Telkens wanneer u de onderstaande procedure uitvoert in de Hoogtemetermodus maakt en
bewaart het horloge een record van de op dat moment afgebeelde hoogtemeting, inclusief de
bijbehorende datum en tijd. In het geheugen kunnen maximaal 25 handmatige meet-records
worden opgeslagen. Deze zijn genummerd REC01 t/m REC25.
Een handmatige meting opslaan
1. Controleer of er in de Hoogtemetermodus een hoogteme-
tingwaarde op de display staat.
•
Als geen hoogtemetingwaarde wordt afgebeeld, druk dan
op [A] om een hoogtemeting te verrichten. Raadpleeg "Een
hoogtemeting verrichten" voor details.
2. Houd [A] ingedrukt totdat REC Hold in de display verschijnt
en weer verdwijnt. Laat [A] los nadat Hold verdwenen is.
•
Hierdoor wordt de actueel afgebeelde hoogtewaarde opge-
slagen in een handmatig meet-record, samen met de datum
en de tijd.
•
Nadat het opslaan is afgerond, keert het horloge automa-
tisch terug naar de Hoogtemetermodus.
•
In het geheugen kunnen maximaal 25 handmatige meet-
records worden opgeslagen. Als er 25 handmatige meet-
records in het geheugen staan, zorgt de bovengenoemde
handeling ervoor dat de oudste record automatisch wordt
gewist om plaats te maken voor een nieuwe.
Waarden voor automatisch opslaan
In het horlogegeheugen worden twee sets (Set 1 en Set 2) waarden voor automatisch opslaan
bewaard.
Set 1
Maximumhoogte (MAX-1)
Minimumhoogte (MIN-1)
Verticale stijging (ASC-1)
Verticale daling (DSC-1)
•
Wanneer automatische hoogtemetingen worden genomen, worden deze waarden automa-
tisch gecontroleerd en geüpdatet door het horloge.
Hoe maximum- en minimumwaarde worden geüpdatet
Zolang het horloge in de Hoogtemetermodus staat, worden er automatisch hoogtemetingen
verricht en wel met de tussenpozen die zijn opgegeven bij de automatische meetmethode
voor de hoogte. Bij elke meting vergelijkt het horloge de actuele waarde met de waarden voor
MAX (MAX-1 en MAX-2) en MIN (MIN-1 en MIN-2) Het vervangt de MAX-waarde als de actu-
ele meetwaarde groter is dan MAX of de MIN-waarde als de actuele meetwaarde kleiner is
dan MIN.
Hoe de waarden voor verticale stijging/daling worden geüpdatet
Beginpunt sessie
Session start point
20 m
De totale waarden voor verticale stijging en verticale daling die werden geproduceerd in een
meetsessie in de Hoogtemetermodus tijdens de voorbeeldklim zoals afgebeeld hierboven,
worden als volgt berekend:
Verticale stijging: q (300 m) + e (620 m) = 920 m
Verticale daling: w (320 m) + r (500 m) = 820 m
•
Door naar de Hoogtemetermodus te gaan wordt een nieuwe automatische hoogtemeet-
sessie gestart, maar worden de actuele ASC (ASC-1 en ASC-2)- en DSC (DSC-1 en DSC-
2)-waarden niet gereset of gewijzigd. Dit betekent dat de ASC- en DSC-beginwaarden
voor een nieuwe automatische meetsessie in de Hoogtemetermodus dezelfde waarden
zijn die op dat moment in het geheugen zitten. Elke keer als u een automatische meetses-
sie in de Hoogtemetermodus voltooit door terug te keren naar de Tijdfunctiemodus, wordt
de waarde voor de verticale stijging van de actuele sessie (920 meter in het bovenstaande
voorbeeld) toegevoegd aan de ASC-startwaarde van de sessie. Evenzo wordt de verticale
dalingswaarde van de automatische meetsessie (-820 meter in het bovenstaande voor-
beeld) toegevoegd aan de DSC-startwaarde van de sessie.
•
Bij een klim worden hoogteverschillen van minder dan 15 meter niet toegevoegd aan de
verticale stijgingswaarde voor de actuele automatische meetsessie in de Hoogtemeter-
modus.
•
Evenzo worden bij een afdaling hoogteverschillen van minder dan 15 meter niet toege-
voegd aan de verticale dalingswaarde voor de actuele automatische meetsessie in de
Hoogtemetermodus.
NB
•
De maximumhoogte, minimumhoogte, verticale stijgingswaarden en verticale dalings-
waarden worden in het geheugen bewaard wanneer u de Hoogtemetermodus verlaat. Om
de waarden te wissen volgt u de procedure onder "De inhoud van een specifiek geheu-
gengebied wissen".
Waarden voor automatisch opslaan gebruiken
In het horlogegeheugen worden twee onafhankelijke sets waarden voor automatisch opslaan
bewaard.
Set 1
Maximumhoogte (MAX-1)
Minimumhoogte (MIN-1)
Verticale stijging (ASC-1)
Verticale daling (DSC-1)
OFF (geen referentiehoogte-
Set 2
Maximumhoogte (MAX-2)
Minimumhoogte (MIN-2)
Verticale stijging (ASC-2)
Verticale daling (DSC-2)
620 m
Eindpunt sessie
Session end point
320 m
120 m
0 m
Set 2
Maximumhoogte (MAX-2)
Minimumhoogte (MIN-2)
Verticale stijging (ASC-2)
Verticale daling (DSC-2)
movi ng t i me for wa rd
De waarden in Set 1 en Set 2 kunnen onafhankelijk van elkaar worden gewist. Dit betekent
dat u ze kunt gebruiken om dagelijkse en cumulatieve gegevens bij te houden, zoals wordt
beschreven in het onderstaande voorbeeld.
Voorbeeld: Gegevens bijhouden tijdens een driedaagse klimtocht
Dag 1
Wis zowel Set 1 als Set 2 en begin met de klim van de eerste dag.
Aan het einde van de dag bevatten beide sets auto-opslagwaarden dezelfde gegevens
(MAX-1 = MAX-2, MIN-1 = MIN-2 enz.).
Dag 2
Wis alleen Set 1 en begin met de klim van de tweede dag. Aan het einde van de dag laat
Set 1 (MAX-1, MIN-1, ASC-1, DSC-1) de resultaten zien van alleen de tweede dag. In Set 2
laten MAX-2 en MIN-2 de maximum- en minimumhoogtes zien die gedurende de twee dagen
bereikt zijn. ASC-2 laat de totale verticale stijging voor de twee dagen zien (Dag 1 + Dag 2) en
DSC-2 de totale verticale daling voor de twee dagen.
Dag 3
Wis alleen Set 1 en begin met de klim van de derde dag. Aan het einde van de dag laten de
waarden in Set 1 alleen de resultaten van de derde dag zien. In Set 2 laten MAX-2 en MIN-2
de maximum- en minimumhoogtes zien die gedurende de drie dagen bereikt zijn. ASC-2 laat
de totale verticale stijging voor de twee dagen zien (Dag 1 + Dag 2) en DSC-2 de totale verti-
cale daling voor de drie dagen.
•
Raadpleeg voor het wissen van hoogtegegevens "De inhoud van een specifiek geheugen-
gebied wissen".
Hoe werkt de hoogtemeter?
Over het algemeen dalen de luchtdruk en temperatuur naarmate je op grotere hoogte komt.
Dit horloge baseert zijn hoogtemetingen op de waarden van de International Standard
Atmosphere (ISA) zoals die zijn vastgelegd door de Civil Aviation Organization (ICAO). Deze
waarden vertegenwoordigen de relaties tussen hoogte, luchtdruk en temperatuur.
Hoogte
Altitude
4000 m
3500 m
3000 m
2500 m
2000 m
1500 m
1000 m
500 m
0 m
1013 hPa
14000 ft
19.03 inHg
12000 ft
10000 ft
22.23 inHg
8000 ft
6000 ft
25.84 inHg
4000 ft
2000 ft
0 ft
29.92 inHg
Bron: International Civil Aviation Organization
Source: International Civil Aviation Organization
•
Onder de volgende omstandigheden is het niet mogelijk nauwkeurige hoogtemetingen te
verrichten:
Wanneer de luchtdruk verandert ten gevolge van weersveranderingen
Extreme temperatuursschommelingen
Wanneer het horloge zelf te maken krijgt met een sterke schok
Er bestaan twee standaardmethoden om hoogte weer te geven: absolute hoogte en relatieve
hoogte. Absolute hoogte geeft een absolute hoogte boven zeeniveau aan. Relatieve hoogte
geeft het verschil in hoogte tussen twee plaatsen aan.
Voorzorgsmaatregelen hoogtemeter
•
Dit horloge schat de hoogte op basis van de luchtdruk. Dit betekent dat hoogtemetingen
op dezelfde locatie kunnen verschillen als de luchtdruk verandert.
•
Ook is de halfgeleiderdruksensor die het horloge gebruikt voor hoogtemetingen tempe-
ratuurgevoelig. Onderwerp het horloge tijdens hoogtemetingen niet aan temperatuurwis-
selingen.
•
Vertrouw niet op de hoogtemetingen van dit horloge en voer geen knophandelingen uit
terwijl u aan het skydiven, hanggliden of paragliden bent, of terwijl u een gyrocopter, gli-
der of ander luchtvoertuig bestuurt, of terwijl u bezig bent met een andere activiteit waar-
bij er kans bestaat op plotselinge hoogtewisselingen.
•
Gebruik dit horloge niet voor hoogtemetingen waarvoor professionele of industriële pre-
cisie vereist is.
•
De lucht in een passagiersvliegtuig is samengeperst (drukcabine). Om die reden wijken
de hoogtemetingen die dit horloge doet in een vliegtuig af van die in het vliegtuig worden
omgeroepen.
De eenheden opgeven voor temperatuur, barometrische druk en
hoogte
Gebruik de onderstaande procedure om temperatuur-, barometrische druk- en hoogte-een-
heden op te geven voor gebruik in de Barometer-/thermometermodus en de Hoogtemeter-
modus.
•
Voordat de stadscode begint te knipperen, verschijnt de mededeling
play. Houd [E] ingedrukt totdat SET Hold verdwijnt en de stadscode begint te knipperen.
2. Houd [D] ingedrukt totdat UNIT in de linkerbovenhoek van het scherm verschijnt.
•
Zie stap 3 bij "De instelling van de actuele tijd handmatig wijzigen" voor informatie over
hoe door de instelschermen te scrollen.
© CA S I O B e n e l u x B .V. A m s t e l v e e n -
Luchtdruk
Air Pressure
Temperatuur
Temperature
616 hPa
–11°C
Ongeveer 8 hPa per 100 m
About 8 hPa per 100 m
701 hPa
–4.5°C
Ongeveer 9 hPa per 100 m
About 9 hPa per 100 m
795 hPa
Ongeveer 10 hPa per 100 m
2°C
About 10 hPa per 100 m
About 11 hPa per 100 m
899 hPa
Ongeveer 11 hPa per 100 m
8.5°C
About 12 hPa per 100 m
Ongeveer 12 hPa per 100 m
15°C
Ongeveer 0.15 inHg per 200 ft
16.2°F
About 0.15 inHg per 200 ft
Ongeveer 0.17 inHg per 200 ft
30.5°F
About 0.17 inHg per 200 ft
Ongeveer 3,6°F
per 1000 ft
Ongeveer 0.192 inHg per 200 ft
About 0.192 inHg per 200 ft
44.7°F
About 0.21 inHg per 200 ft
Ongeveer 0.21 inHg per 200 ft
59.0°F
Hoogte van gebouw
Dak van gebouw op
130 m
Height of building 130 m
230 m boven zeeniveau
Rooftop at an altitude of 230 m
(relatieve hoogte)
(relative altitude)
(absolute hoogte)
above sea level
(absolute altitude)
Zeeniveau
Sea Level
Belangrijk!
Wanneer TYO (Tokio) is geselecteerd als woonplaats, wordt de
hoogte-eenheid automatisch op meter (m) gezet, de baro-
metrische drukeenheid op hectopascal (hPa) en de tempe-
ratuureenheid op Celsius (°C). Deze instelling kunt u niet
wijzigen.
De eenheden opgeven voor temperatuur, hoogte en
barometrische druk
1. Houd in de Tijdfunctiemodus [E] ingedrukt totdat de stads-
code gaat knipperen. Dit is het instelscherm voor de stads-
code.
W W W. C A S I O . N L
Ongeveer 6,5°C
About 6.5°C
per 1000 m
per 1000 m
About 3.6°F
per 1000 ft
SET Hold op de dis-