UITGAVE 04 /2009
GEBRUIKSAANWIJZING
2
ALGEMENE VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
2.1
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN VOOR DE EXPLOITANT
2.1.1
ELEKTRISCHE PRODUCTIEMIDDELEN
Elektrische apparaten en productiemiddelen
Conform de bedrijfsvoorschriften en plaatselijke veiligheidseisen met betrekking tot
de werking en de omgevingsinvloeden voldoen.
Uitsluitend door een elektrotechnicus of onder diens toezicht laten onderhouden.
Conform de veiligheidsvoorschriften en de regels voor de elektrotechniek worden
bediend.
Gebreken onmiddellijk laten repareren.
Buiten bedrijf stellen zodra verder gebruik gevaar oplevert.
Spanningsloos laten schakelen, voordat met werkzaamheden aan spanningvoerende
delen wordt begonnen. Het personeel informeren over voorziene werkzaamheden. De
voorschriften voor elektrische veiligheid in acht nemen.
Voor beveiligen naar de elektrisch component , leg gehele naar de verschillende
gronden voor te gezamenlijk aardleiding top.
Apparaat conform de voorschriften op een geaarde spanningsbron aansluiten.
Van toegankelijk huisingen , ziedaar zit te onraad vanuit wachtrij voltage. Herstelwerk
en onderhoudswerkzaamheden mei uitsluitend zitten verricht tegen vakkundig
personeel.
Vloeistoffen verwijderd houden van alle elektrische onderdelen.
2.1.2
GEKWALIFICEERD PERSONEEL
2.1.3
VEILIGE ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
BESTELNUMMER DOC392823
FLEXCONTROL PLUS
.
6