I
NSTALLATIE
2.2
Het toestel aansluiten op Modbus
nl
nl-8
2.2.1 Toegang tot de besturingsprint
Waarschuwing:
w
Verzeker u ervan dat de netvoeding is uitge-
schakeld.
Open het toestel zoals beschreven in de handleiding van het
toestel.
2.2.2 Het toestel aansluiten op Modbus
1. Leg een kabel tussen het Modbus-systeem en het toestel.
2. Leid de kabel in de elektronische behuizing.
3. Sluit de kabel aan op aansluiting X380 1 van de bestu-
ringsprint van het toestel, volgens het aansluitschema.
Opmerking:
n
Sluit eventueel een 120 Ohm weerstand aan door
een brug te plaatsen tussen posities 1 en B van aan-
sluiting X382 voor een meer betrouwbaar signaal.
Meerdere toestellen aansluiten op ModBus
Als U de lokale registers van elk toestel afzonderlijk wilt
kunnen uitlezen, moet de Modbus-aansluiting worden
doorgekoppeld.
Opmerking:
n
Alleen toestellen met besturingsprint (type Auto)
kunnen worden doorgekoppeld op het Modbus-
systeem.
1. Leg een kabel tussen de toestellen.
2. Leid de kabel in de elektronische behuizingen.
3. Sluit de kabel in het eerste toestel aan op aansluiting X382,
volgens het aansluitschema.
4. Sluit de kabel in het tweede toestel aan op aansluiting
X380, volgens het aansluitschema.
5. Herhaal stappen 1 t/m 4 voor elk door te koppelen toestel.
M
ODBUS