38
Breng het dekpaneel daarna weer aan en controleer:
• of de trommel leeg is;
• of de machine werkt. Dat doet u door de stroomtoevoer op de machine aan te sluiten en een programma met ver-
warming te starten.
7.5 Elektrische aansluitingen
Verwarmingsalterna-
Hoofdspanning
tief
Elektrisch ver-
220-240 V 1 ~
warmde machines
220-230 V 3 ~
240 V 3 ~
380-415 V 3N ~
440 V 3 ~
480 V 3 ~
115V 3 ~
Met gas en stoom
220–240 V 1 ~
verwarmde
220–240 V 3 ~
machines
380-415 V 3N ~
440 V 3 ~
480 V 3 ~
Machines met een
220–240V 1 ~ / 1N ~
warmtepomp
380–480V 3 ~ / 3N ~
Machines met warm-
380–415 V 3 ~ / 3 N
tepomp met DSC
~
(Drum Speed Control
- Regeling van de
trommelsnelheid)
* Totaal vermogen en aanbevolen zekering zijn in deze gevallen niet afhankelijk van het verwarmingsvermogen.
Installatiehandleiding
Hz
Verwarmingsvermo-
50/60
50/60
9,0/13,5
50/60
9,0/13,5
50/60
9,0/13,5
50/60
9,0/13,5
60
9,0/13,5
60
50/60
50/60
50/60
50/60
60
50/60
50/60
50/60
Totaal vermogen
gen
kW
kW
6,0
7,0
10,0/14,5
10,0/14,5
10,0/14,5
10,0/14,5
10,0/14,5
13,2
14,3
*
1,2
*
1,0
*
1,0
*
1,0
*
1,0
*
5.5
*
6.5
*
6,5
Aanbevolen zekering
A
32
32/50
25/32
16/25
16/20
16/20
80
10
10
10
10
10
25
10
13