Richtwaarden voor de zetslag y:
Draadmaat
M3
M4
M5
M6
M8
M10
•
De zetslag y wordt ingesteld door de instelmoer D in resp. uit te schroeven.
Belangrijk!
•
De zetslag y moet eerst op de waarde 'min.' worden ingesteld. Vervolgens dient een
•
blindklinkmoer te worden gezet.
•
Indien de blindklinkmoer niet, zoals in afb. 4 getoond, een uitgesproken sluitkop vormt,
•
moet de zetslag y stapsgewijze worden vergroot.
•
De instelmoer D met de contramoer E borgen, om de instelling vast te zetten.
2.8 Werkwijze
•
De blindklinkmoer zonder te kantelen op de draadspindel A plaatsen.
•
De schakelaar K ingedrukt houden tot stilstand van de machine; daarna loslaten.
•
De blindklinkmoer tijdens het gehele opdraaiproces vasthouden.
•
Indien de blindklinkmoer na het opdraaien niet vast tegen het mondstuk B ligt, dient
•
het opdraaiproces te worden herhaald. Hiervoor de blindklinkmoer vasthouden en de
•
schakelaar K kort aantikken, om het opdraaiproces te starten. Nu het opdraaiproces
herhalen!
2.8.2 Zetten van een blindklinkmoer
•
De opgedraaide blindklinkmoer tot aan de aanslag in het te klinken gat steken.
•
De schakelaar K indrukken en vasthouden, totdat de klinkbewerking en het automatische
uitdraaiproces beëindigd zijn.
2.8.3 Vervangen van de draadspindel (afb. 3)
•
Het mondstuk B afschroeven.
•
De schuif M tot aan de aanslag naar achteren duwen.
•
De draadspindel A uitschroeven en vervangen.
•
De zeskantvlakken van de ingeschroefde draadspindel 1 met de zeskantvlakken van de
houder in overeenstemming brengen.
•
De draadspindel A vergrendelen door de schuif M tot aan de aanslag naar voren te trekken.
•
Het passende mondstuk B opschroeven, de draadspindellengte x instellen (zie punt 2.7.1)
en het mondstuk B met de contramoer C borgen, zodat het niet kan verdraaien.
Zetslag y (in mm)
min.
max.
1
1
1,5
2,5
2,5
3,5
2,5
3,5
3
2
2
4