LP21/LP22
OPMERKING
1) Beperkingen van de lusinductie
Bij inducties van de lus buiten het aanbevolen bereik is er mogelijk
slechts één frequentieniveau beschikbaar. Ook bij kleinere
inducties van de lus buiten het aanbevolen bereik zijn de maximaal
mogelijke lusweerstanden gereduceerd.
2 Productbeschrijving
De verkeersdetectoren uit de LP21/LP22 -serie zijn in feite elektronische
sensoren voor de inductieve detectie van metalen objecten. Via maximaal
twee inductielussen kunnen voertuigen worden herkend, al naar gelang
de apparatuur ook het soort voertuig en de richting waarin het beweegt.
Verkeersdetectoren worden in combinatie met de meest uiteenlopende
inductielussen en besturingen gebruikt, zoals frequentieomrichters of
SPS-besturingen.
De toepassingsgebieden kunnen installaties zijn op het gebied van
verkeerstechniek, besturingen van poorten en slagbomen, de bewaking
van parken en tunnels.
De verkeersdetector LP21/LP22 is bedoeld om in een schakelkast of
vergelijkbare behuizing ingebouwd te worden.
De verkeersdetectoren van de serie LP21/LP22 hebben de volgende
producteigenschappen:
•
1 luskanaal (LP21) of 2 luskanalen (LP22)
•
2 potentiaalvrije relais-uitgangen
•
1 aansluiting voor de spanningsvoorziening (24 Volt AC/DC)
•
1 USB-interface voor de diagnose en de uitgebreide configuratie
•
een 8-polige DIP-schakelaar en een 4-polige DIP-schakelaar (LP22)
voor de configuratie
•
leds om de status van detectoren en lussen aan te geven
•
compacte kunststofbehuizing om op de DIN-rail in de schakelkast te
monteren
•
galvanische scheiding tussen lussen en elektronica
•
automatische synchronisatie van het systeem na het inschakelen
•
continu bijsturen van frequentieverschuivingen om
omgevingsinvloeden uit te sluiten
•
gevoeligheidsinstelling onafhankelijk van de lus-inductiviteit
•
vaste stoptijden onafhankelijk van de bezettingsgraad van de lussen
•
richtingsherkenning bij twee luskanalen (LP22)
•
multiplex-protocol voorkomt onderlinge interferentie van de
luskanalen (LP22)
De verkeersdetectoren van de serie LP21/LP22 bieden onder andere de
volgende producteigenschappen:
•
wisselen tussen twee frequentieniveaus
•
uitvoer als aanwezigheids-, impuls-, richtingssignaal (2-
kanaalsvarianten)
•
selecteren van de richtingslogica (2-kanaalsvarianten)
•
activeringsdrempel per kanaal instelbaar in 4 stappen per DIP-
schakelaar
•
Stoptijd instelbaar 5 minuten of oneindig met de DIP-schakelaar
LP21/LP22 Snelstartgids 1.1 NL
3 Beschrijving van de aansluitingen
3.1 Spanningsvoorziening
De detector kan met gelijk- of wisselspanning conform de SELV-norm
worden toegepast.
OPGELET
Let op de toegelaten spanningsvoorziening
Let op de technische specificaties en volg de veiligheidsvoorschriften
op!
Bij het blauwe klemblok kan de polariteit van de spanningsvoorziening
naar wens worden aangesloten.
VCC
GND
Afb. 2: Voorbeeld spanningsvoorziening (blauw)
3.2 Lusingangen
Er bevinden zich twee analoge ingangen voor de inductielussen aan het
klemmenblok aan de onderkant van de verkeersdetector. Al naar gelang
het aantal kanalen is het klemmenblok 2-polig (LP21) of 4-polig (LP22).
De inductielussen worden overeenkomstig de afbeelding aangesloten aan
het oranje klemmenblok.
L1a, L1b
L2a, L2b
Afb. 3: Lusaansluitingen van 1-kanaals- c.q. 2-kanaalsvarianten (oranje)
3.3 Signaaluitgangen
3.3.1
Relaisuitgangen met wisselcontact
De uitgangen van de relaisvarianten zijn uitgevoerd als wisselcontacten.
Zodoende kunnen de contacten zowel als opener (NC) of als sluiter (NO)
worden verbonden. De relais zijn spanningsvrij en geschikt voor allerlei
soorten schakelingen.
Verder kan de signaaluitvoer van het relais worden omgekeerd
(standaard). Bij ingeschakelde spanningsvoorziening werken de sluiter-
contacten dan als opener-contacten en omgekeerd. Dit wordt
bewerkstelligd door het omschakelen tussen de werk- en de rustroom.
Lusstoringen kunnen bovendien al naar gelang geïnterpreteerd worden
als Lus belast of als Lus vrij.
2|4
Plus
Massa
Aansluitingen inductielus
kanaal 1 (LP21)
Aansluitingen inductielus
kanaal 2 (LP22)
(2-kanaals-varianten)
Sensors