Een voorbeeld van een OMR-code
In de afbeelding wordt de legenda voor het volgende voorbeeld weergegeven. In dit
voorbeeld wordt een set met acht vellen, één selectieve invoer en drie
volgordecontroletekens weergegeven.
• De eerste positie wordt gebruikt voor het startteken dat op elk blad moet worden
afgedrukt.
• De tweede tekenpositie wordt gebruikt voor invoegen/verzamelen. Een afgedrukt
teken betekent invoegen; geen teken betekent verzamelen. Daarom wordt het teken
afgedrukt op het laatste vel van de set.
• Positie 3 is gereserveerd voor selectieve invoer van de bijlagefeeder. Druk een teken
8
op positie 3 af als selectieve invoer vanaf de bijlagefeeder is vereist. De tekens
worden afgedrukt op het laatste blad van de set.
• Positie 4, 5 en 6 worden gebruikt voor de volgordecontroletekens. In dit geval wordt
een volgordecontrole met drie tekens gebruikt.
Beschrijving van flex-leescodes
Met "flex-lezen" kunnen ook niet-standaardcodes en alternatieve algoritmen voor
documentverwerking worden herkend. Flex-lezen kan worden geactiveerd door een
systeemspecifieke licentiecode en door een klantspecifieke instelling die in een fysieke
dongle is opgeslagen.
Flex kan drie leestypen ondersteunen:
• OMR
• BCR 1D
• BCR 2D
Afhankelijk van de licentie kunnen maximaal 9 flex-definities op het systeem worden
gebruikt.
Het maken van een flexjob is vergelijkbaar met het maken van een OMR-/BCR-leesjob.
114