Probleem
Het spoelt niet goed.
Wasgoed werd stijf na het wassen.
(**)
Wasgoed ruikt niet naar de
wasverzachter. (**)
Wasmiddelresten in de
wasmiddellade. (**)
Er vormt zich te veel schuim in de
machine. (**)
Er komt schuim uit de
wasmiddellade.
28 / FL
Reden
De hoeveelheid, het merk en de
bewaaromstandigheden van het wasmiddel zijn
ongeschikt.
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
Pompfilter is verstopt.
Afvoerslang is dubbelgevouwen.
Er is onvoldoende hoeveelheid wasmiddel gebruikt.
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter.
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter.
Wasmiddel is in een natte lade gedaan.
Wasmiddel is vochtig geworden.
Waterdruk is laag.
Het wasmiddel in het hoofdwasvak is nat geworden
tijdens de waterinname voor de voorwas. Gaten van
het wasmiddelvak zijn geblokkeerd.
Er is een probleem met de wasmiddelladekleppen.
Wasmiddel kan gemengd zijn met de wasverzachter.
De trommel is niet regelmatig gereinigd.
Er worden voor de wasmachine onjuiste wasmiddelen
gebruikt.
Er is teveel wasmiddel gebruikt.
Wasmiddel was bewaard onder onjuiste
omstandigheden.
Sommige netachtige stoffen zoals voile kunnen te veel
schuimen door hun weefselstructuur.
Wasmiddel is in het verkeerde vak gedaan.
Wasverzachter wordt te vroeg ingenomen.
Er is te veel wasmiddel gebruikt.
Oplossing
• Gebruik een geschikt wasmiddel voor de
wasmachine en uw wasgoed. Bewaar wasmiddel
afgesloten in een vochtvrije ruimte en stel deze
niet bloot aan extreme temperaturen.
• Indien het wasmiddel in het voorwasvak is gedaan
zonder het selecteren van een voorwas, kan
de machine dit wasmiddel opnemen tijdens de
spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel
in het juiste vak.
• Controleer het filter.
• Controleer de afvoerslang.
• Het gebruik van onvoldoende hoeveelheid
wasmiddel voor de waterhardheid kan
veroorzaken dat het wasgoed met de tijd stijf
wordt. Gebruik een geschikte hoeveelheid
wasmiddel overeenkomstig de waterhardheid.
• Indien het wasmiddel in het voorwasvak is gedaan
zonder het selecteren van een voorwas, kan
de machine dit wasmiddel opnemen tijdens de
spoel- of wasverzachterfase. Doe het wasmiddel
in het juiste vak.
• Meng geen wasverzachter met wasmiddel. Was
en reinig het doseerbakje met heet water.
• Indien het wasmiddel in het voorwasvak is gedaan
zonder het selecteren van een voorwas, kan
de machine dit wasmiddel opnemen tijdens de
spoel- of wasverzachterfase. Was en reinig het
doseerbakje met heet water. Doe het wasmiddel
in het juiste vak.
• Meng geen wasverzachter met wasmiddel. Was
en reinig het doseerbakje met heet water.
• Droog de wasmiddellade voor er wasmiddel in
te doen.
• Bewaar wasmiddel afgesloten in een vochtvrije
ruimte en stel deze niet bloot aan extreme
temperaturen.
• Controleer de waterdruk.
• Controleer de gaten en reinig deze als ze zijn
verstopt.
• Bel de Geautoriseerde Onderhoudsmonteur.
• Meng geen wasverzachter met wasmiddel. Was
en reinig het doseerbakje met heet water.
• Reining de trommel regelmatig. Zie hiervoor 4.4.2.
• Gebruik geschikte wasmiddelen voor de
wasmachine.
• Gebruik slechts benodigde hoeveelheid
wasmiddel.
• Bewaar wasmiddel op een afgesloten en droge
plek. Bewaar deze niet in overmatige warme
plekken.
• Gebruik kleinere hoeveelheden wasmiddel voor dit
soort artikelen.
• Doe het wasmiddel in het juiste vak.
• Er kan een probleem zijn in de kleppen of in de
wasmiddeldoseerbakje. Bel de Geautoriseerde
Onderhoudsmonteur.
• Meng 1 eetlepel verzachter en 1/2 l water en giet
in het hoofdwasvak van de wasmiddellade.
• Plaats een dusdanige hoeveelheid wasmiddel
in de machine geschikt voor de programma´s
en maximale lading zoals aangegeven in¨"Tabel
programma en verbruik". Indien u chemische
producten toevoegt (vlekverwijderaars,
bleekmiddelen enz.) dient u de hoeveelheid
wasmiddel te verminderen.
Wasmachine / Gebruiker Handleiding